Next-gen uitmelkerij?
Tennis, je hoort er de laatste tijd niet meer zoveel van door de lockdowns, maar toch worden de grote toernooien weer opgepakt. Eerder reviewden we al Tennis World Tour 2, helaas met een tegenvallend resultaat. Nu krijgt de game een nieuwe kans op de next-gen console, in dit geval de PlayStation 5. Het is de zoveelste game die naar next-gen wordt gebracht.
Om te beginnen kent Tennis World Tour 2 heel wat game modi. Als je het spel opstart denk je al direct, wat komt er allemaal op me af? Je krijgt direct een introductie over kaarten die je kunt inzetten tijdens de game waarmee je extra krachten en voordelen kunt krijgen. Natuurlijk kun je deze ook aanschaffen online, waarmee direct de micro-transacties belicht worden. Niet echt een al te goed begin… Daarnaast zie je een lijst met alle game modes, dat lijken er meer dan het zijn. Te beginnen is er de Exhibition mode, ook wel een quick match mode, de online mode, waarin je ranked matches kunt spelen, een training mode, de Tournament mode en de Career mode. De Career mode is de modus waar je het van zult moeten hebben. Hierin kun je beginnen als rookie en jezelf opwerken als Challenger om vervolgens Nadal van de eerste plek af te stoten. Je zult constant keuzes krijgen waarin je kunt kiezen of je wilt trainen, je coach wilt vervangen (waar je vervolgens andere voordelen voor krijgt, zoals XP-boosts), een exhibition match, rusten, een sponsor match of een toernooi wilt spelen. Ook kun je geld inzetten om bijvoorbeeld een make-over te doen of om speciale verbeteringen aan te schaffen. Eigenlijk is het dat ook wel. Je bent constant bezig met het maken van keuzes die je per week afhandelt, en daar blijft het ook wel bij. Er zit totaal geen beleving in wat je aan het doen bent, en elke animatie ziet er hetzelfde uit, waardoor je eigenlijk als een soort robot taken aan het afhandelen bent. Vervolgens kun je en niveau omhoog, en doe je eigenlijk weer precies hetzelfde. Het maakt dat je in feite een mix aan het spelen bent van andere game modes, waaronder de training mode, de quick matches en de tournament mode. Natuurlijk is het doel om uiteindelijk bovenaan de ranking te staan, maar eigenlijk heb je het na ‘n paar uurtjes wel al gezien. Door constant hetzelfde te doen, wat er allemaal ook weer hetzelfde uitziet, krijg je niet echt zin om er lang mee door te gaan, en dat is jammer.
Het spel kent 48 beroemde spelers, waaronder Nadal, Wrawrinka, Federer en Barty. Djokovic ontbreekt helaas, maar toch zijn er aardig wat licenties aanwezig. Ook zijn er diverse banen aanwezig in het spel, waaronder die van Roland Garros en Mutua Madrid. Al met al is de sfeer ver te zoeken ingame. Ik kon persoonlijk geen enkel geluid bespeuren van de spelers noch de bal die het racket raakt. Verder ziet alles er vrij plat geslagen uit. Gezichten zijn constant hetzelfde, maar met een lichte wijziging qua kleur of gezichtsstructuur. Daarnaast klinken de empires alsof ze schreeuwen in een grote grot met flinke echo. Dat de game op 60 fps draait op 4K doet er verder niet zoveel toe. Grafisch is het spel niet heel bijzonder, al ziet het er ook niet slecht uit. Vooral het court, het publiek en de omgevingen zien er wel prima uit. De laadtijden zien er dan wel weer zeer goed uit. Je kijkt praktisch bijna nooit naar lange laadtijden, en bent slechts enkele seconden aan het wachten wanneer je van het menu naar ingame gaat. Verder is de DualSense-technologie slechts licht gebruikt, waarbij je een trilling zult voelen wanneer je een bal goed raakt.
Iedereen kan het
De gameplay zelf dan? Die is verre van bijzonder. Het spel is toegankelijker dan bijvoorbeeld AO Tennis die we eerder spelen, waarmee je dus makkelijker aan de gang kunt. Je hebt 4 knoppen, waarmee je lobjes, ballen met spin en hard kunt slaan. Vooral op de makkelijkere instellingen is het spel goed te doen. Opponenten doen dan bijna niets meer, en vrijwel elke bal die je een beetje richtingsgevoel meegeeft, is wel raak. Tegenstanders slaan ook vaak unforced errors, waarmee het in ieder geval wel wat realistischer wordt dan die games waarin tegenstanders nooit ‘n bal uitslaan. Het spel speelt op zich lekker weg, maar is misschien wel erg arcade. Iedereen kan er in ieder geval vrij makkelijk mee aan de gang, en wanneer je wat meer uitdaging wilt, kun je de game al snel naar de normale moeilijkheidsgraad omhoog brengen.
Tennis World Tour 2 is daarmee op de next-gen console geen grote verbetering. De next-gen features zijn weinig noemenswaardig, en verder doet het spel niets nieuws. De game modi zijn sfeerloos en te veel van hetzelfde, en de gameplay brengt daar ook weinig verandering in. Dat het spel verder draait als een zonnetje heeft dan ook weinig meerwaarde op de PlayStation 5. Daarmee blijft Tennis World Tour 2 een vrij matige game, die leuk is om uit de budgetbakken te halen, maar ook niet meer dan dat is.