Klassieker ten top
Als mensen moeten bepalen wat de grootste topper op de PlayStation 3 was, dan zal naar mijn verwachting zo’n 80% zeggen: The Last of Us. Het lijkt al zo’n eeuwigheid geleden. Het was 2013 toen de game uit kwam, het was destijds een evolutie in de gamesindustrie en liet de totale topkwaliteit zien die de PS3 kon realiseren. Nu vele jaren later is het nog steeds een game die er grafisch mee weg zou kunnen komen, al zijn we nu natuurlijk veel verder met de PlayStation 5-technologie. Nu deze remake uit is kunnen we eens kijken hoe groot de verschillen zijn.
Je start in het jaar 2033, 20 jaar nadat een zeer schadelijke schimmelinfectie de wereld overneemt. Deze schimmel tast de hersenen aan van iedereen die ermee in aanraking komt. De mensen veranderen vervolgens in afschuwelijke monsters, genaamd Clickers, een soort van moordlustige zombies. Je speelt als Joel en moet het tienermeisje Ellie naar Salt Lake City brengen om de plaag te stoppen. Jaren na een enorme persoonlijke tragedie, probeer je het leven weer op te pakken en beschouw je Ellie als zijnde je dochter. Ellie is een bijzonder persoon. Ze is namelijk immuun en kan zomaar het medicijn zijn. Daarvoor moeten ze wel eerst samen door de Verenigde Staten reizen. Maar dat gaat niet zonder enige kleerscheuren. Joel is eigenlijk maar een persoon die de touwtjes aan elkaar vast knoopt om rond te komen. Het lijkt dan ook bijna een bevrijding als de zombie apocalyps uitbreekt, al is niets minder waar gezien de tragedie die al snel plaatsvindt.
Wat direct opvalt wanneer je in het verhaal van deze prequel stapt is dat het verhaal een veel hogere pace heeft dan die van The Last of Us Part II. Je wordt eigenlijk na enkele minuten al aardig in het diepe gegooid en ook van combat is al snel sprake. In het begin is het nog redelijk on-rail, waarbij je direct kennis maakt met het intense verhaal van de game. Het komt op mij persoonlijk vrij emotioneel over, al kon deeltje 2 er ook wel wat van, en ik hoef natuurlijk niet te vertellen hoe dat allemaal verliep. Zonder al te veel te spoilen, mag je wel stellen dat men het verhaal geweldig heeft neergezet, met daarbij lichte gameplay-elementen die vrij lineair blijven. Zonder daarbij al te veel in de breedte te gaan wat betreft bewegingsvrijheid, biedt het spel toch genoeg mogelijkheden om je hier en daar te verbergen en om allerlei assets te vinden die je nodig hebt. Het spel biedt de mogelijkheden om zowel stealth als close-combat de strijd aan te gaan, maar je kunt ook met geweren aan de slag die je vervolgens kunt upgraden bij workbenches. Door materialen te verzamelen in de omgevingen kun je deze upgrades vergaren en gebruiken. Ook kun je enkele skills upgraden en tools maken, waaronder steekgerij waarmee je de zombies sneller stealthy kunt neerhalen. Gear als molotov cocktails en rookbommen kun je craften en ook messen om stealth sneller tegenstanders neer te halen kunnen gemaakt worden. Verder beschik je over een sense waarmee je tegenstander locaties kunt tracken tot een bepaalde afstand. Dit helpt vooral in de stealth mode om te analyseren waar rebellen of geïnfecteerden zich bevinden. Om grafisch af te sluiten is verder de UI ook aangepast in-game. Zo zul je zien dat de menu’s voor het upgraden en aanpassen van wapens er subtieler en kleiner uit ziet. In de PS3-game besloeg deze interface onderhand het hele scherm. Dat is nu een stuk beter en charmanter uitgewerkt en oogt overzichtelijker.
Qua RPG-elementen lichtgewicht, qua graphics een zwaargewicht
De RPG-elementen zijn verre van diepgaand. Hetzelfde valt te zeggen over de controls, al zijn deze wat mij betreft wel lichtelijk complex ingericht. L1 om te rennen, R2 om te reloaden, meermaals de D-pad gebruiken om te switchen tussen verschillende pistolen, het werkt allemaal een klein beetje omslachtig en daar heeft men niet heel veel aan aangepast helaas. De controls voelen nu wel anders. Als het regent bijvoorbeeld, voel je de lichte feedback van de controller. Echt heel nadrukkelijk zijn de toevoegingen voor de DualSense-controller helaas niet, maar ze zijn subtiel aangebracht. Zo geven de adaptive triggers als ander voorbeeld tegengas bij het gebruik van een pijl-en-boog.
De grootste kenmerken zijn de grafische verbeteringen die zijn doorgevoerd. Het spel oogt werkelijk subliem en komt zeer dicht bij het niveau van The Last of Us Part II. Ellie is wat minder kinderlijk gemaakt dan in de PS3-versie en dat is een goede opknapbeurt gebleken. Ze oogt ook een stuk meer zoals in het tweede deel in de franchise. Verder ogen regendruppels die op de grond vallen subliem, net als de omgevingen en bebossingen bijvoorbeeld. Water daarnaast weerspiegelt schitterend de omgeving. De far depth-view is wel wat minder. Gebouwen in de verte ogen wat wazig en minder gedetailleerd aan, maar verder lijkt dit bijna een regelrecht kopie van The Last of Us Part II qua grafische aspecten. Ook de cinematics zijn zeer hoogstaand en laadtijden ontbreken, althans, dat lijkt doordat het scherm een paar seconden zwart dimt. Alles draait in combinatie met high dynamic range en kan gerenderd worden in een performance mode of kwaliteit mode. Bij deze laatste modus kwakt de framerate helaas wel flink in tot onder de 30 fps en is deze soms wat instabiel. Ook kan de framerate onbeperkt gezet worden wat vooral in de performance mode goed werkt. Wat vooral knap is, is hoe gevarieerd men de omgevingen heeft weten te maken in deze game. Het platformen, terwijl je überhaupt niet zelf kunt springen, blijft gewoon zeer interessant. Je loopt omlaag, vervolgens een donkere tunnel in met je zaklamp, vervolgens draai je een gebouw in, kun je daar weer diverse etages afstruinen, en zo blijft alles zich maar constant variëren, waardoor je niet het geval krijgt van ‘been there, done that’. Minpuntje is de user interface. Zo kun je erg lastig zien in menu’s wat nu de selectiewaarde is van een item, waardoor je soms aan het zoeken bent tijdens het scrollen door de menu-items heen. Het is een licht minpuntje dat verder geen invloed heeft op de gameplay gelukkig. Daarnaast zie je ook dat de physics weinig verbeterd zijn. Als je bijvoorbeeld tegen een struik aan staat, zie je de bladeren of takken door het hoofd eruit steken, wat er een beetje raar uit ziet. Verder had ik een klein issue met het capturen van de game; Zo ging het spel naar een lagere resolutie en begon mijn TV te ‘flickeren’ waardoor het net leek alsof de game op 60 hz gespeeld werd (je weet wel op zo’n oude beeldbuis). Na het eruit trekken van de stroom van de TV en het er weer in stoppen was dit gelukkig weer gefixt op mijn Samsung QLED-TV. Het was in ieder geval een rare gewaarwording die vrij irritant bleek te zijn tijdens het spelen. Toch gebeurde het vaker waardoor het net lijkt alsof je TV op 50 hertz draait. Je krijgt er een klein beetje een hoofdpijngevoel van. Wat ook opvalt is dat tijdens het spelen het hoofdmenu transparant te zien is. Het lijkt een bugje die vast wel gefixt zal zijn rond de release.
Achter gelaten
Als je het verhaal, dat ‘n dikke 10 uur duurt, hebt uitgespeeld, kun je ook nog zo’n 2 uurtjes aan de slag met Left Behind. Dit is een DLC-uitbreiding uit 2014 geweest waarin je Ellie volgt die haar tijd doorbrengt met haar vriendin Riley in een verlaten winkelcentrum in Boston. Het gaat om 2 verhaallijnen, waarbij het tweede verhaal plaatsvindt in de winter in een winkelcentrum in Colorado. Je bent op zoek naar medicatie voor Joel die aangevallen wordt door tegenstanders en die jij moet zien te bevrijden. Daarnaast denk je veel terug aan de tijd met Riley, waarbij zelfs liefdevolle gevoelens naar voren lijken te komen. Het verhaal is minder indrukwekkend dan dat van The Last of Us zelf, en ook de omgevingen zijn wat minder gevarieerd, maar desalniettemin is de DLC absoluut de moeite waard om te spelen. Echt uitdagend is deze niet, met uitzondering van het slot wellicht. RPG-elementen zijn daarnaast zeer beperkt, en je moet het dan ook doen met het craften van resources en het verzamelen van ammo en lichte vuurwapens. De expansion is tevens gereviseerd en ziet er net zo oogstrelend uit als The Last of Us Part I, waarmee je dus een totaal verbeterde ervaring zult opdoen. Verder krijg je ook de +mode waarin je met extra instellingen het spel nogmaals kunt beleven. Unlimited ammo, max upgrade-mogelijkheden, 8-bit audio en nog vele andere opties zijn hierbij instelbaar. Verder is het spel überhaupt al zeer toegankelijk, met een story mode, maar ook een zeer uitdagende challenge-mode welke het uiterste vraagt van de speler. Verder kun je auto-aim instellen, of juist niet, elke speler kan hiermee aan de gang, van beginner tot ervaren gamer.
The Last of Us Part I is een must-have wanneer je deze nog nooit hebt gespeeld, maar dat kan ik me bijna niet voorstellen. Zelfs als je het spel al eens hebt gespeeld, in mijn geval op de PS3, zul je merken dat veel details van het verhaal je niet meer helemaal bekend voor zullen komen. Ook diverse characters kon ik me niet meer heugen na bijna 10 jaar het spel niet meer aangeraakt te hebben. Het is overigens ook niet de eerste remaster van de PS3-game die is verschenen. Grafisch is het spel enorm opgewaardeerd met onder andere HDR en een ongelimiteerde framerate. De quality-mode hapert zo nu en dan nog wel, maar is zeker niet onspeelbaar gelukkig. Verder heeft men ook lichte DualSense-features toegevoegd en is de verhaallijn als vanouds geweldig. Daarnaast is ook de uitbreidings DLC toegevoegd, welke nog een extra 2 uurtjes aan de al dikke 10 uurtjes toe weet te voegen. Dat het spel een wat rare controller layout kent en wat lineair is, dat nemen we dan maar op de koop toe en doet weinig af van de overall game-ervaring die je (wellicht nogmaals) op zult doen.
Geen verrassing de hoge cijfers natuurlijk. Ze hadden het wel heel slecht gedaan als ze dit verpest hadden. Hopelijk snel nieuws over Factions.