The Seeds of Perfection
Al sinds de eerste remake van het geweldige Dragon Quest III hangt er een wolk boven dit deel van de franchise. Een wolk die sinds de remakes op de Gameboy Color en de Super Nintendo nooit per se is verdwenen. Wat is die wolk? Er is geen perfecte versie van de Seeds of Salvation, zoals de game volledig heet. De Gameboy Color remake was natuurlijk grafisch overduidelijk minder, maar ten opzichte van de Super Nintendo remake had deze een aantal extra elementjes die nergens anders te vinden waren. Zo ging het bij latere remakes op mobiele telefoons nog een keer. De HD-2D remake is een nieuwe volledige remake van het origineel. Alleen dan met nog een aantal nieuwe toevoegingen die de game voor nieuwe en oudere spelers weer een frisse wind geeft. Ik heb de game al kort kunnen spelen. Of het de perfecte remake is kan ik nog niet vertellen. Wat ik wel kan zeggen is dat de game erg lastig is om neer te leggen.
Het is lastig te bedenken dat het origineel al in 1988 was uitgegeven. De Nintendo zelf was toen nog geen jaar oud in Nederland en er was al een derde deel in een grote RPG franchise? In deze tijd met jarenlange ontwikkelingstijd ongehoord. In die tijd niet echt bijzonder. Dragon Quest III deed echter wel al een hoop dingen die toen nog niet zo gewoon waren als nu. Het was één van de eerste Japanse RPG’s met een jobsysteem waarbij je de optie had om tussentijds te wisselen. De Super Nintendo remake gooide daar nog een persoonlijksheidssysteem bovenop om niet alleen je job, maar ook je level progressie te bepalen.
Ondanks de vele nieuwe gameplay mechanieken, lijkt de HD-2D remake een vrij toegankelijke remake te worden. Met behulp van een aantal vragen wordt je persoonlijkheid bepaald, je wordt de wereld in gesmeten en je begint aan je zoektocht naar je vader. Die tijdens zijn zoektocht naar de kwaadaardige Baramos spoorloos is verdwenen. Dat doe je door eerst metgezellen te rekruteren bij Patty’s Party Planning Place. Dat is de plek waar het jobsysteem van de game voor het eerst zijn gezicht laat zien. Je kan hier effectief al beginnen met het jezelf moeilijk maken door alleen maar priesters mee te nemen. De game is echter al slim genoeg om je te vertellen dat een gevarieerd team wel zo verstandig is. Een paar seconden later sta je al op de wereldmap en kan je naar hartenlust alle kanten op.
The Seeds of Simplicity
Waar Dragon Quest altijd al in heeft uitgeblonken is de simpliciteit, nostalgie en het perfectioneren van tradities. Dragon Quest III is daar geen uitzondering op. Net zoals de gemiddelde RPG’s van tientallen jaren geleden wandel je veelal van kort verhaal naar kort verhaal in de verschillende dorpjes die verspreid liggen over het land. Deze korte verhalen blijven in ieder geval tijdens de uren die ik tot nu toe heb kunnen spelen constant interessant genoeg om door te blijven spelen. Ze zijn zelfs hetgeen waardoor de game lastig is om neer te leggen.
Dat wil overigens niet zeggen dat de gevechten en het doorzoeken van de vele kerkers en dorpjes wel gaan vervelen. De game kent nu drie moeilijkheidsgraden en op de tweede kunnen gevechten met bazen al behoorlijk lastig worden. Een verkeerd gebied in lopen of vergeten om een buff spreuk te gebruiken kan rampzalige gevolgen hebben. Je priest wordt gesloopt en in het begin van het spel heb je bijna geen manieren om deze weer tot leven te roepen. Opnieuw beginnen dan maar en slinger de snelheid van gevechten maar even omhoog. Het maakt ook niet uit, want de game blijft verder gewoon leuk om te spelen ondanks dat het af en toe een klein beetje oneerlijk kan aanvoelen. Tot je erachter komt dat die oneerlijkheid eigenlijk gewoon aan jezelf ligt. Had ik toch maar die healing herbs moeten gebruiken toen die priest op de grond lag.
Of Dragon Quest III: HD-2D Remake de perfecte versie is weet ik nog niet. Dat het na Live A Live en Star Ocean: The Second Story R de volgende succesvolle HD remake is, daar ben ik al bijna zeker van.