Te groot of te klein tegenwoordig?
Veel mensen van de gevestigde orde zullen vooral werken of gewerkt hebben met merken als Samsung, BenQ, LG en en Iiyama. Vooral laatstgenoemde was vroeger een gigant op de markt van beeldbuizen, maar die tijden zijn aardig vervlogen. AOC is echter steeds meer in opkomst en is zich ook aan het richten op de gamers, met betaalbare, flinke monitoren met zeer behoorlijke prestaties voor betaalbare prijzen. Wij waren in de gelegenheid om de AOC Q27G4X te reviewen en te gebruiken voor zowel werk als voor games. Of deze monitor mijn oude van het bureau weet te stoten is natuurlijk de vraag…
…Alhoewel, die vraag is niet zo moeilijk te beantwoorden, want qua grootte is deze AOC 27 inch en mijn oudere BenQ is 24 inch, dus qua grootte is het verschil al snel gemaakt. En ja, 24 of 27 inch is gewoon een flink verschil en tegenwoordig wordt voor velen 32 inch (curved wellicht) al redelijk een standaard. Wat allereerst opvalt aan de monitor is het strakke ontwerp. De voet is robuust en is met een draai vastgezet aan de standaard. De standaard kan vervolgens op de monitor geklikt worden, waarmee alles binnen ‘n minuut in elkaar gezet is, zonder schroevendraaier. Het design oogt rustig, maar toch subtiel, waarbij de voet wat meer in de diepte valt en weg lijkt te vallen. Het scherm lijkt namelijk een stuk verder naar voren te staan en kan zowel verticaal als horizontaal versteld en gekanteld worden. Ook kan de monitor omhoog en omlaag gezet worden, simpelweg door een beetje druk uit te oefenen. Dit alles werkt uitermate handig en subtiel, zonder enige schroeven die vast of los gezet hoeven te worden. Qua design ogen de bezels van het scherm, ook wel de randen genoemd, redelijk dun. Echter is deze aan de onderkant wat hoger. De voet en standaard aan de achterkant ogen verder uitermate strak en de voet kent een gaming-achtige vorm met het zeshoekige platform. Ook is er een gat aanwezig waarmee je kabelmanagement kunt doen wanneer gewenst. Dit alles kent een gewicht van een dikke 5 kilo, waarmee de monitor, waarbij het meeste in het staal van de voet is gevestigd, logisch omdat die voet het contragewicht is van het scherm. Het design oogt misschien wat plastic en eenzijdig aan qua kleur, maar oogt tegelijkertijd ook zeer degelijk en gewoon strak, al zal dat voor iedereen een persoonlijke kwestie zijn.
Snelheid en hoge piekhelderheid
Qua aansluitingen zijn er 2 HDMI 2-poorten aanwezig, een hoofdtelefoon aansluiting (jack) voor audio en een DisplayPort (1.4). De DisplayPort biedt voordelen zoals snelle gegevensoverdracht die resoluties tot 8K mogelijk maakt, daisy chains maken voor set-ups met meerdere monitoren, en adaptieve synchronisatietechnologie voor betere beeldkwaliteit. Daarnaast maakt de DP het mogelijk om een hogere refresh rate mogelijk te maken. Een nadeel is echter dat de DisplayPort geen audio kan overdragen. De monitor is qua specs niet de meest energiezuinige. Op maximale helderheid gebruikt deze zo’n 50 watt en op standaard brightness is het gebruik zo’n 29 watt. Het beeldscherm maakt gebruik van een IPS-scherm op een maximale resolutie van 2560×1440 pixels (Qhad HD). De aspect ratio is de standaard 16:9-verhouding die we wel kennen tegenwoordig van veel TV’s. Het voordeel van IPS is het uitermate hoge contrast dat mogelijk gemaakt wordt en de hoge kijkhoeken. Verder is het scherm mat en dus niet spiegelend, wat ideaal is voor belichtere ruimtes waarbij veel licht op het scherm zou kunnen reflecteren. Het matte scherm hebben we ook tijdelijk getest in de volle zon in mijn zogenoemde mancave en ik moet zeggen dat zelfs dan de prestaties indrukwekkend zijn; Met de zon erop kon ik nog prima doorwerken en opvallend genoeg alles vrij duidelijk zien en lezen. Ook de extreme response tijd van 1 miliseconde is natuurlijk voor de gamers een must. Men belooft zelfs een kijkhoek van 178 graden, wat dus vrijwel niet beter kan. De refresh rate van het scherm is 180 Hertz, waarmee het zo’n driemaal sneller ververst dan veel standaard panelen van 60 Hertz. Uiteraard moet je output een dergelijke refresh-rate wel ondersteunen en is een goede videokaart natuurlijk een aanrader, anders wordt er al snel terug geschakeld naar de standaard 60 Hz. Ook wordt HDR (HDR10) ondersteund, ook wel High Dynamic Range genoemd, waarmee extreem heldere en hoge contrasten gerealiseerd kunnen worden. Met een lumenpiek van 400 cd/m2 kun je de kleuren zo extreem mogelijk instellen.
Dit instellen kan met het AOC G-Menu maar als je liever geen externe software download kun je ook een en ander instellen met het AOC Gaming menu via de knop onder de monitor. Het navigeren werkt uitermate makkelijk en hier kun je onder andere Game settings instellen, waaronder Adaptive-sync, MBR sync en een frame counter voor het tellen van de frames is mogelijk. De game modes zijn echter interessant, want dit zijn pre-sets waarmee je bijvoorbeeld een first-person-shooter, real-time-strategy of game modes kunt instellen. Deze worden echter weer overruled wanneer je de HDR-modes ‘picture’, ‘movie’ of ‘game’ aanzet. Bij de game-modes is wel opvallend dat alles aardig fel en schreeuwerig oogt. Rood is bijna zo fel dat het oranje wordt en ook de helderheid van het scherm wordt overdreven hoog gezet. Persoonlijk vond ik de movie- en picture-modes nog het interessants om de graphics ook realistisch te houden en niet te overdreven te maken. Het is hetzelfde als een TV; Je wilt niet dat mensen ogen alsof ze te lang onder de zonnebank hebben gelegen en zo rood zijn als een kreeft. Het moet natuurlijk ogen. Tot slot beschikt de monitor ook over adaptive sync, waarmee de ververssnelheid synchroniseert met de frames die de videokaart aanlevert, wat weer tearing voorkomt. Bij tearing lijkt het alsof delen van het frame niet juist onder elkaar staan, wat ervoor zorgt dat de opbouw van het beeld ongelijkmatig oogt. Het wordt vaak als irritant gezien, ook al is het vaak maar kortstondig te zien. Adaptive sync zorgt echter voor een gelijkmatigere opbouw van het scherm zonder schokkende effecten. Het instellen middels het snelmenu werkt makkelijk en oogt ook overzichtelijk, al moet je voor meer features toch eerder zijn bij het AOC G-Menu. Een knop om sneller te kunnen switchen tussen de verschillende modi was op zich wel handig geweest. Met AOC G-Menu kun je alles wat makkelijker en sneller instellen wellicht; Features als low-blue mode, vooral handig tijdens het werken, het wijzigen van de verschillende modi, het updaten van de firmware en nog een en ander meer kunnen ingesteld worden.
Een leuke bijkomstigheid is dat je de monitor ook verticaal kunt plaatsen door de hoogte van de voet. Door de monitor volledig hoog te zetten kun je de monitor 90 graden kantelen, wat absoluut een meerwaarde kan zijn wanneer je verticale graphics wilt laten zien of bij bijvoorbeeld een bepaalde presentatie. Ook kan het ideaal zijn voor de leesbaarheid van artikelen, waardoor je minder hoeft te scrollen. Verder beschikt de monitor ook nog over VRR. Ik had het hier al kort over met betrekking tot de adaptive sync. Deze afkorting staat voor Variable Refresh Rate, een technologie die in moderne monitoren wordt gebruikt om de verversingssnelheid van het scherm aan te passen aan de framesnelheid van de grafische kaart. Hierdoor wordt screen tearing (het fenomeen waarbij meerdere frames tegelijk op het scherm verschijnen) verminderd en blijft het beeld vloeiender.
Als je deze, toch redelijk high-end monitor, voor zijn volledige potentieel wilt benutten, moet je natuurlijk ook klaar daar voor zijn. Een goede gaminig-PC is daarvoor eigenlijk wel bijna essentieel. Ook moet je een DisplayPort gebruiken om de 180 Hz refresh-rate te kunnen benutten. Heb je dat, dan is de AOC Q27G4X een geweldige monitor voor een prima budget. Voor iets meer dan 200 Euro kun je deze namelijk scoren. Maar ook voor standaard gebruik voldoet de monitor prima. Daar tegenover staat wel een iets minder mooi en sjiek afgewerkte monitor qua design. Het robuuste plastic oogt misschien een beetje goedkoper ten opzichte van de duurdere modellen die je tegenwoordig kunt scoren. Wat een beetje aluminium al niet kan doen… Toch is het tegenwoordig vrijwel allemaal kunststof/plastic dat de klok slaat. De prestaties van de monitor mogen er zijn en door het IPS-scherm is de kijkhoek gigantisch en mag de piekhelderheid er zeker zijn. De gaming modes die je kunt instellen voor bijvoorbeeld een shooter of real time strategy game zijn op zich nog wel prima maar de drie game modes zijn verre van realistisch, met een te koele preset of een veel te warme, felle preset. Het handmatig instellen is dan ook zeker een vereiste, en zelfs de picture- of movie-mode hadden nog eerder mijn voorkeur. De kalibratie is dan ook uit de doos niet ideaal en moet je zelf zeker bijstellen, aangezien deze energiebewust is en een matige helderheid neerzet. Eenmaal goed geconfigureerd, wat overigens goed te doen is via zowel het fysieke knoppenmenu als via software, zul je pas echt kunnen genieten van deze monitor. Met deze AOC-gaming monitor val je jezelf dan ook geen bult qua kosten, maar de prestaties die daar tegenover staan zijn zeker indrukwekkend te noemen. Zowel voor kantoorgebruik als voor gaming is deze AOC-monitor dus een ideale toevoeging!
