Capcom mag dan al jaren het monsterjachtgenre domineren met de Monster Hunter-reeks, maar dat weerhoudt andere ontwikkelaars er niet van om zo nu en dan een goede poging te wagen. In 2023 deed Koei Tecmo dat met Wild Hearts, ontwikkeld door Omega Force, bekend van Dynasty Warriors. Hoewel de game redelijk ontvangen werd, verdween het al vrij snel naar de achtergrond. Wild Hearts S, een heruitgave voor de Nintendo Switch 2 met alle content en verbeteringen in één pakket, geeft de game (en de ontwikkelaar en uitgever) een tweede kans op het platform wat schreeuwt om dit soort games.

Bouwen is geen gimmick
Op papier lijkt Wild Hearts S een doorsnee Monster Hunter-kloon. Je jaagt op gigantische beesten, de zogenaamde Kemono, verzamelt hun onderdelen, en bouwt daar vervolgens sterkere wapens en uitrusting mee om nog grotere beesten aan te kunnen. Een succesvolle formule waar de ontwikkelaar ook weinig aan probeert te rommelen. Maar waar Wild Hearts S in uitblinkt, is het Karakuri-systeem: een bouw speelelement waarmee je tijdens gevechten en verkenning allerlei hulpmiddelen uit de grond kunt stampen.
In het begin voelt het bouwen nog wat vreemd aan. Een muurtje hier, een springveer daar. Je weet niet goed wat de impact kan zijn. Tot het moment dat je een toren bouwt, er bovenop klimt, en vervolgens met een gigantische hamer vol op het hoofd van een nietsvermoedende Kemono knalt. Vanaf dat moment is er geen weg meer terug. Het bouwen is geen gimmick, maar onderdeel van de gameplay. Het is volledig verwoven in de gevechten en het werkt wonderbaarlijk soepel. Het gevoel dat je krijgt na een perfect getimede counter, gevolgd door een spring-aanval vanaf je eigen toren, is top.

Vlot, vloeiend en intuïtief
De besturing draagt daar ook sterk aan bij. Je zou verwachten dat het constant verzamelen van resources en bouwen van constructies omslachtig is, maar niets is minder waar. Alles werkt vlot, intuïtief en snel. Je staat niet minutenlang op een boom te hakken of een rots te beuken om aan materialen te komen. Even een knop ingedrukt houden en je hakt een boom om. Dat zorgt ervoor dat de game zijn tempo behoudt, zelfs als je midden in een hectisch gevecht ineens geen grondstoffen hebt om een toren te bouwen. Het zorgt voor een fijne flow waar actie en creativiteit hand in hand gaan.
Dit maakt Wild Hearts S een uitstekende eerste stap in het genre voor nieuwkomers. Het is toegankelijker dan Monster Hunter, sneller qua pacing, en door het bouwsysteem voelt het direct fris. Voor veteranen is het juist die twist op het bekende recept dat voor nieuwe diepgang zorgt. Het is geen volledige vervanger, maar een smakelijke aanvulling op het monsters jagen genre.

Technische oneffenheden
Visueel is Wild Hearts S een gemengd feestje. Aan de ene kant hebben we een stijlvolle wereld vol fantasierijke designs. De monsters met bloemen en begroeiing zijn opvallend en memorabel. Ook de outfits en wapens die je vrijspeelt passen perfect in die wereld. Ze zijn kleurrijk, gedetailleerd en visueel aantrekkelijk genoeg om je telkens weer te motiveren iets nieuws vrij te spelen. Het is niet het standaard fantasie spul dat we vaker voorbij zien komen.
Aan de andere kant wilt het oog ook wat. Op de Nintendo Switch 2 oogt de game bij vlagen vlak en flets. De belichting doet weinig om objecten van elkaar te onderscheiden, waardoor je in sommige gebieden letterlijk moet gissen waar de vijand eindigt en het landschap begint. In de eerste minuten bijvoorbeeld zijn de sneeuweffecten zelfs ronduit belabberd. Het contrast ontbreekt, en dat is jammer, want de artistieke visie is er wel degelijk. Het komt er alleen niet altijd goed uit.

Grote ambities
Aan de hoeveelheid content ligt het niet. Wild Hearts S zit tot de nok toe gevuld met monsters, wapens, uitrusting en gadgets om vrij te spelen. Er zijn vier grote biomen die elk hun eigen seizoensgebonden sfeer en Kemono brengen. Elk monster voelt anders. Geen reskins of gerecyclede movesets, maar unieke patronen, aanvallen en eigenschappen. Daarbovenop komt het uitgebreide wapensysteem, met genoeg variatie om je urenlang bezig te houden. Of je nu kiest voor de traditionele katana, de langzame maar vernietigende hamer, of het verrassend diepgaande paraplu wapen waarmee je aanvallen kunt pareren. Je vindt altijd wel een stijl die bij je past.
Op technisch vlak zijn er wel meer kritiekpunten. De framerate is niet stabiel, en dat merk je vooral in de latere gebieden en bij gevechten met meerdere spelers. De game probeert veel te doen op visueel en mechanisch vlak, maar de Switch 2 heeft het er zwaar mee. In handheld modus is het probleem nog duidelijker. Daar voelt de framerate in drukkere gevechten simpelweg niet goed aan. Ook in de stad Minato zijn er zichtbare haperingen, vooral wanneer veel NPC’s in beeld zijn.

Een ervaring die durft af te wijken
De game voelt soms iets te ambitieus aan. Het is speelbaar, zeker in docked modus, maar verwacht geen extreem vloeiende ervaring. Visueel kan het bovendien niet op tegen andere titels op het systeem, ondanks de stijlvolle artstijl. Maar toch is Wild Hearts S een game die het verdient om gespeeld te worden. Niet omdat het perfect is, maar omdat het iets nieuws durft te doen in een genre dat al jaren vrij traditioneel is gebleven. Het combineert de adrenaline van een monstergevecht met de creativiteit van bouwen, en dat doet het verrassend goed. Als de technische kant wat meer liefde had gekregen, was dit een echte must-have geweest. Nu is het een aanrader met een (kleine) kanttekening.





