Ik vraag mezelf af: “Ben ik eigenlijk wel de toegewezen persoon om “Space Siege” te reviewen?” Het spel ligt voor me en op het doosje schitteren teksten als ‘Een nieuwe game van Chris Taylor”. Ik ken mijn game-guru’s, dus ik weet wie de man is maar voor zover mijn geheugen reikt heb ik nog nooit een game van hem aangeraakt. Vlak onder deze kreet staat ”Created by Gas Powered Games”. Ik kan mezelf nog wel bedenken dat dit de studio moet zijn van Chris Taylor, maar wederom: geen idee wat ze doen. Het schijnt dus dat Gas Powered Games de geprezen makers van de Dungeon Siege serie is. Kijk, die serie ken ik wel. Maar ook die heb ik nog nooit gespeeld. Het spel wat nu voor me ligt heet echter geen “Dungeon-“ maar “Space Siege”. Een nieuwe insteek, nieuwe opties: een kans om de serie een hergeboorte te geven. En dus ook een goed spel voor mij om te reviewen, gezien ik nog een verse kijk heb op deze serie en ik de game niet kan vergelijken met vorige delen.
Verassend verhaal… niet.
Om even de redenen waarom je speelt duidelijk te maken, een snelle samenvatting van het plot. Aarde koloniseert de verkeerde planeet en wordt ervan verjaagt. De aliens van die planeet volgen het ruimteschip naar aarde en vallen de planeet aan met meer kracht dan de mens ooit kan verdedigen. Als gevolg moet de mens vluchten en dit doen ze in grote ruimteschepen. Ook hier hebben de aliens op gerekend en ze maken korte mette met alle ruimteschepen, op een na. In dit ene schip –TADA!- zit jij (Seth Walker). In het begin van het verhaal ga je eerst 7.5 weken in een soort winterslaap, niemand weet waarom, en als je uit je slaap komt ben jij een van de weinige overlevenden en de enige die de ondergang van het mensenras kan redden! Dit verhaal wordt verteld aan de hand van weinig uitgediepte personages en (als ze er al zijn) niet bijster geweldige cut-scenes. Waar ik bij games als Brothers In Arms een zeker gevoel van spijt over me heen krijg wanneer een van mijn maten wordt neergeknald, krijg ik hier soms juist zin om zelf de irritante characters een knal voor hun kop te geven. Het verhaal is ook voorspelbaar en iets wat jij al lang ziet aan te komen, moet voor de game schijnbaar nog een uur duren om aan jou geopenbaart te worden..
Zoals het de Dungeon Siege serie betaamd – heb ik mij laten vertellen – heeft ook deze Space variant veel overeenkomsten met een dungeon crawler. Je hebt een centraal punt, dat is in dit geval het Medical Aid Station van waaruit je naar andere ruimten in het spaceship reist om daar een aantal acties uit te voeren (schakelaartje hier, verzamelen daar, knopje zus, baasje zo) waardoor je verder kan in het verhaal. Het principe is al oud en moet ik eerlijk zeggen, al vele malen beter uitgewerkt dan in deze game gedaan wordt. Dat het beter gedaan is wil niet zeggen dat het in deze game slecht is, in tegendeel. Als speler valt het zeker op dat er een studio met ervaring aan het werk is geweest, althans soms. Deze ogenblikken komen niet vaak genoeg naar boven drijven en omdat dit in alle aspecten van het spel zo is wordt het geheel slechts een standaard game. Al meteen in het eerste level loop ik tegen een aantal dingen die mij dit pijnlijk duidelijk maken. Zo word ik meteen geconfronteerd met de vijand en wanneer ik weet hoe ik de vijand kan aanvallen is mijn levensbalkje al tot nood-level gedaald. Iets wat gepaard gaat met een irritant geklop. Nu zou dat geklop zelf nog niet zo erg zijn, was het niet dat je pas na een klein kwartiertje te horen krijgt hoe je het kunt verhelpen (healthpacks). Het zijn van die kleine dingen waar een studio als Gas Powered Games toch wel aan gedacht zou moeten hebben.
Irritant
Nu ik toch bezig ben met irritante dingen, kan ik net zo goed ook even de camera en besturing noemen. Het zijn zeker niet de slechste van hun soort maar toch wel van zo’n niveau dat ik me vooral in de eerste paar uren mateloos heb zitten ergeren aan de onoverzichtelijke birds-eye camera en de “klik-hier-loop-hier-klik-daar-schiet-daar”-besturing. Omdat je met dezelfde knop schiet als loopt, kun je nooit echt snelle combo’s maken en blijven hectische shoot-outs en snelle acties uit. Ook het feit dat je personage niet zelf op de vijand blijft schieten wanneer je hem hebt aangeklikt (elke keer dat je wilt schieten, moet je zelf klikken) haalt een hoop tempo uit de game en brengt een hoop spierpijn in respectievelijk je wijs- en middelvinger.
To the next level.
De makers van “Space Siege” hadden ons al gewaarschuwd: de game is een action/RPG maar schrik niet als hij meer naar de kant van action leunt dan naar die van een Role Playing Game. En ze hadden gelijk want ook ik noem deze game eerder een action game met RPG invloeden dan andersom. Het is voornamelijk schieten wat je in deze game doet, en het arsenaal aan wapens dat jij met je mee krijgt en onderweg verzamelt zorgt er voor dat je je vijanden op telkens weer nieuwe manieren kunt afmaken. Leuk is ook het feit dat je na een uurtje of wat spelen ook een vaste buddy krijgt, de zogenaamde H-RV robot (Harvey, voor vrienden). Harvey kun je, net als jezelf, upgraden en uitrusten met andere wapens. Het upgrade systeem is niet het meest uitgebreidde (denk aan standaard dingen als health, armor, strength etc.) maar voldoet in zijn taak en de experience points die je krijgt van je vijanden in de vorm van “Upgrade Materials” zijn dan ook in deze game, net als in vele andere RPG’s, een verslavende factor.
De game bood zich zelf aan als game met “keuzes” maar die zijn terug te brengen naar twee – wederom standaard aspecten. Ten eerste is er de keuze van het pad dat je volgt. Hoewel in eerste instantie het pad ook daadwerkelijk je eigen keuze is, blijkt dat de einden van de paden toch altijd op hetzelfde punt uitkomen en wanneer je alle wapens en upgrades wilt verzamelen je toch alle paden zult moeten aflopen. Ondermeer dit en het feit dat je een centrale hub (de Aid Station) hebt in de game, zorgt ook voor veel backtracking. Saaie backtracking, want eenmaal je een vijand over de kling hebt gejaagd, komt die ook voor de rest van de game niet meer terug en als je dus in een area komt waar je al geweest bent, zie je niets meer dan een saaie, leeggeschoten ruimte. Het tweede keuze aspect is die om jezelf stuk voor stuk om te toveren naar een Cyber Machine waardoor je sterker en sneller wordt. Op zich zou dit een keuze moeten zijn, ware het niet zo dat er geen enkel negatief punt vastzit aan het Cyber-worden op een upgrade na die je niet meer kan kiezen als je 90% van je humanity bent verloren. Dus deze keuze is eigenlijk niet echt een keuze omdat wanneer je er voor kiest om geen cyber te worden, je eigenlijk gewoon dom bezig bent.
Tell me, how do I look?
Op het gebied van graphics kan deze game ook nog veel leren. “Space Siege” ziet er zeker niet slecht uit maar wederom gewoon te standaard. Als er 11 games zijn, zullen er vijf lelijker en vijf mooier zijn dan deze. Het is alsof Gas Powered Games precies op de middelmoot gericht heeft. Je bevindt je in een Spaceship en schijnbaar zien die er allemaal zo uit als in Star Trek want ook op dat punt heeft de ontwikkelaar niet echt hun best gedaan te innoveren. Alles is modern, netjes, strak en metaal en dit blijft zo, het hele spel lang, gangetje in, gangetje uit. Ikzelf had na een aantal uren dan ook het idee dat ik gewoon elke keer weer hetzelfde gangetje doorliep en begon me er mateloos aan te ergeren. Het zijn de irritaties die mij ervan weerhouden deze game echt leuk te gaan vinden. Net als het idee van de ontwikkelaars om in zo wat elke ruimte mijnen te leggen. Leuk voor de uitdaging in de eerste spel uren, maar daarna al snel irritant omdat ze uiterst gevoelig zijn en toch makkelijk uit te schakelen door Harvey er op af te sturen (de robot kan zichzelf toch herstellen, dus waarom zou je niet?). De physics zijn bij explosies trouwens wel goed uitgewerkt, niet van je personages (die aan de grond vastgenageld lijken te zitten) maar wel van omgevingsobjecten welke mooi en realistisch de lucht in gaan.
Al met al heb ik me vrij negatief geuit over het spel. Dit wil niet zeggen dat ik me niet heb vermaakt: ik heb het spel helemaal uitgespeeld en had op sommige momenten een gevoel dat ik niet kon stoppen met spelen omdat ik mijn alter ego op het scherm weer iets sterker wilde maken. Echter, de vele middelmatige aspecten van deze game en de irritaties die deze bijna continu bij mij opriepen laten mij niets anders dan de game zelf ook een middelmatig punt te geven.