Kraai die alle zielen opslokt
Het komt niet vaak voor dat je in een game de rol aanneemt van een kraai. Death’s Door biedt je echter die mogelijkheid. De zielen van de doden oogsten en op een klok slaan gaat misschien vervelen, maar het is wel eerlijk werk voor een Kraai. De klus wordt interessant als de aan jou toegewezen ziel wordt gestolen en je een wanhopige dief moet volgen in een land waar de dood geen vat op heeft – waar wezens veel langer leven dan de bedoeling is en overlopen van hebzucht en macht. Het klinkt allemaal interessanter dan dat het lijkt. Maar is Death’s Door ook de game die het beoogt te zijn?
Devolver Digital timmert de laatste tijd flink aan de weg. De uitgever brengt goede games uit, waaronder Serious Sam, Shadow Warrior en The Talos Principle. Death’s Door is een game die al voor de PC uit kwam, maar nu ook eindelijk naar de console is gekomen. Het is eigenlijk ook een perfecte game voor de console, gezien de top-down besturing ala Diablo. Het spel steekt echter wel wat simpeler in elkaar. Ik hoor je denken; Is dit een rogue-like game? Nee, dat is het niet, maar het spel is wel streng, en aardig aan de pittige kant. Je begint het spel in de Hall of Doors, een zwart/grijs gebied waar je zielen in kunt leveren voor extra krachten. Je combat abilities bestaan uit slechts 4 opties; Strength, Dexterity, Haste en Magic. Kracht is handig om je melee combat te verbeteren, Dexterity verbetert je charging snelheid van krachtige aanvallen en Magic kan je spells verbeteren die je kunt uitvoeren op tegenstanders. Verder zijn er ook nog de wapens, welke vrij plain zijn, maar waarvan je er wel meerdere krijgen. In het begin heb je nog de beschikking over een simpel reaper zwaard en paraplu, maar later in de game verbetert dit alles waardoor je range, damage en swing-time aangepast worden. Verder kun je glimmende objecten verzamelen en planten, waarmee je je health kunt restoren. Vanuit de Hall of Doors kun je transporteren via deuren naar levels waar je bent gebleven. In deze levels dien je vervolgens Souls te zoeken en eindbazen te verslaan, maar ook veel kleine vijanden komen naar voren. Laten we iets dieper op de gameplay ingaan…
In Death’s Door speel je in een top-down view. Je kraai kan rennen, dodgen (wat heel belangrijk is) en melee attacken. Maar je kunt ook met ranged weapons waaronder een pijl en boog en vuurballen aan de slag. Vijanden dienen op verschillende manieren benaderd te worden. Zo is het effectief om bij sommige vijanden timed-attacks te doen, en bij andere weer flink erop in te hakken en ze zo snel mogelijk neer te maaien. Tegenstanders kunnen je namelijk melee-attacken, maar ook met vuurballen aanvallen, of juist snel op je af komen. Het is dan ook veel dodgen en ontwijken wat de klok slaat. Vooral vijanden zijn vaak best wel pittig, en vereisen best wat geduld om te verslaan. Als je dood gaat, ga je terug naar de dichtst bij zijnde deur en kun je delen weer opnieuw beginnen. Vijanden respawnen weer maar doordat je een soort van shortcuts vrijspeelt, kom je sneller terug bij je doel. Deze innoverende manier maakt dat het spel geen rogue-achtige gameplay kent, maar toch ook weer een klein beetje wel. Het is net wat minder streng voor je, al blijft de uitdaging nog zeker aanwezig. Doordat je maar 3x geraakt mag worden voordat je dood gaat, zul je ook merken dat de dood je al snel in de ogen kan kijken, vooral wanneer vijanden zich in bosjes om je heen verzamelen. Je uithoudingsvermogen word dan ook zo nu en dan op de proef gesteld. Zo nu en dan moet je ook sleutels verzamelen en lichte puzzels uitvoeren om bijvoorbeeld nieuwe deuren te openen. Zodra je dit doet, wordt dit automatisch opgeslagen, waardoor je dus weinig progressie in de game verliest. De gameplay is simpel, de RPG-elementen zijn licht en de hack ‘n slash actie doet een beetje denken aan die van Retro Machina.
Afwisseling is welkom
De gameplay gaat niet al te diep, maar wordt ook nooit saai, al is de combat wel enigszins repetitief. Na verloop van tijd wil je het liefste even geen vijanden meer zien, en dat gebeurt ook wel regelmatig. Men houdt de pace dan ook redelijk wisselend, waardoor je niet constant maar aan het hakken en schieten bent. Van echt platformen komt het er niet van, maar zo nu en dan moet je wel jezelf door enkele omgevingen heen zien te worstelen door bijvoorbeeld kachels aan te steken, of platformen te activeren. Het verzamelen van ‘Shiny things’, Giant Souls en Crystal Shards voegt verder weinig toe, maar maakt dat de hunters zich genoeg kunnen vermaken in hun zoektocht. Opvallend is dat het spel vooral grafisch er indrukwekkend uitziet. Objecten zien er strak uit, al zijn groene bosjes en gras wel wat blurry, en de cel-shaded look heeft wel wat aparts. De vijanden zijn vrijwel constant hetzelfde, met hier en daar wat nieuwe toevoegingen. De eindbazen zijn echter des te interessant en variëren iets meer. Het spel kent verder zo goed als geen laadtijden (zeer kort in ieder geval) en de DualSense wordt amper effectief gebruikt. Alleen de force feedback en kleuring van de lightbar wordt licht benut. Qua audio word je af en toe een beetje gek van de constant herhalende soundtracks. Deze heb ik dan ook al snel een toontje lager gezet.
Death’s Door is een game die een beetje tussen een toegankelijke hack and slasher in zit en een roguelike-game. Het spel is ‘uitdagend’, maar wordt ook nooit ‘te moeilijk’. Het speelse karakter maakt dat je de gameplay misschien niet zo serieus zult nemen. Deze is dan ook weinig diepgaand, maar wel des te interessant waardoor je het spel toch blijft spelen tot het eind. Met zo’n kleine 10 uurtjes aan gameplay is het spel dan ook zeker de moeite waard voor de prijs van rond de 20-30 Euro. Dat de combat veel van hetzelfde is, de RPG-elementen vrij simplistisch zijn en de soundtracks wat irritant zijn, nemen we dan ook graag voor lief. Death’s Door is daarmee een game die de moeite en het geld waard is, en zeker een verfrissend concept brengt in een rustigere tijd die nu aanbreekt nu de feestdagen weer voor de deur staan.