Zo begon voor mij de geweldige sensatie die Oblivion heet. Een wereld van ongekende grootte, iets waar de ontwikkelaars meer dan 3,5 jaar aan hebben gewerkt. Voor veel gamers is de game The Elder Scrolls IV – Oblivion moeilijk te beschrijven, en ik kan ze geen ongelijk geven. Wanneer je voor het eerst uit de kerkers stapt en iets opvangt van de wijde wereld dan valt je mond open van verbazing. Je kan echt werkelijk alle kanten opkijken, lopen, zwemmen, springen of rijden met een paard die je later in de game krijgt. Daarnaast zijn er ongekend veel mogelijkheden tot het verkrijgen, vinden of stelen van spullen en andere voorwerpen. Verder heb je nog ongekend mooie graphics, krijg je een mooi stukje vuurwerk als je een Oblivion gate sluit en zijn de gevechten ook nog eens aardig in elkaar gesleuteld. Maar wat maakt de game nou zo geweldig goed?
For sixty-five years I have ruled this Empire
Ik denk zelf dat het vooral aan het geweldige verhaal ligt, de personages, de mogelijkheden, de graphics, de gameplay en vooral dat hele rijtje met elkaar. Natuurlijk zijn er ook wel nadelen die de gamers zullen ondekken, maar dat is vrij miniem. Als we dan kijken wat er allemaal tegenover staat hebben wij als gamers zeker niet te klagen. De mensen die deze game nog niet hebben gekocht moeten dat zeker doen, want zowel bij de gewone versie als de luxe versie krijg je een kaart van Cyrodiil, de provincie waarin zich alles afspeelt. Er is op de kaart zelfs een stuk te zien van Morrowind, het landschap waar zich het verhaal van het derde deel in deze serie zich afspeelde. Je kunt hier echter geen plaatsnamen tegenkomen, alleen de naam van de provincie. Morrowind zal wel enkele keren worden genoemd wanneer je bij bepaalde quests met personages spreekt. Ik zeg personages omdat er een stuk of vijftien verschillende rassen inzitten die allemaal hun eigen unieke soort zijn. Maar om deze column niet teveel om een review te laten lijken zal ik eerst mijn bevindingen eens vertellen.
Ik heb inmiddels achttien poorten gesloten en heb mij laten weten dat er 21 zijn. Ik ben dus al een aardig eindje op weg, maar met minder poorten te gaan kun je ze ook niet meer zo gemakkelijk vinden. Toen ik daar achter kwam besloot ik maar eens wat side-quests te gaan doen, die ik een tijdje had laten liggen omdat ik allies aan het verzamelen was om later in het verhaal Bruma te verdedigen (Dat wordt overigens wel een kut-quest mensen, houdt daar rekening mee!). Ik ben overigens een gelukkig man omdat ik in het bezit ben van een 365 pagina’s tellende strategiegids. Deze gids is wel in het Engels, maar bied zoveel bekijks dat je er helemaal verliefd op kunt worden zo’n mooi boek is het. Ik heb in eerste instantie ook niet de tijd genomen om dat ding door te bladeren omdat ik op dat moment andere dingen aan me hoofd had. In het begin is het wel lastig zoeken, maar na een tijdje heb je alles denk ik wel onder controle.
Om eens iets heel aparts te noemen over deze game zal ik eens een quest beschrijven. Zo moest ik eens een keer uitzoeken hoe het kon dat in de stad Cheydinhal telkens zulke hoge boetes en straffen werden uitgedeeld. Ik besloot eens te gaan vragen bij de tweede man van de wacht in deze stad. Hij zei dat het om zijn baas ging, de eerste man van de wacht. Deze Ulrich schreef zulke hoge straffen uit dat sommigen het zelfs met de dood moesten bekopen. Zo ook een uit huis gezette dronken Elf, die een mes trok bij iemand van de wacht die voor zijn vroegere huis de wacht hield. Hij moest het met een flink slag in zijn zij bekopen, en stierf zoals alleen Elfen kunnen sterven en dat is dus alleen in een gevecht (Overigens blijven alle lijken die je maakt keurig liggen). Ik heb dit later gemeld aan een andere Elf die ook betrokken was in deze zaak, en zei zij dat ze alles wel zou regelen wanneer ik Ulrich bij haar thuis zou brengen met de smoes voor geheime informatie. Ik ben eerst weer terug gegaan naar de tweede man van de wacht (Wat overigens ook moet), en heb hem verteld wat er op het punt stond te gaan gebeuren. Hij zei dat het ook wel op een andere manier kon. Toen begon de quest zich in tweeen te splitsen, en juist dat maakte het zo goed. Je kunt overigens Ulrich beter laten leven (Wat ik niet deed), want het is een hele sterke en snelle soldaat die je later nog nodig hebt bij de verdediging van Bruma. Overigens kun je de quest ook gewoon links laten liggen vanaf dat moment en met een andere bezig gaan. Als je hem laat leven moet je met een flink stel lockpicks naar de barakken in het kasteel van Cheydinhal, net buiten de poort van het kasteel aan de rechterkant. Je kunt tijdens de quest een sleutel krijgen die je toegang geeft tot de vertrekken van de wacht. Je moet daarna als je binnen bent de eerste deur links hebben, waarna er naast het best aan de linkerkant een ”hard” te openen kist staat. Wanneer je ongeveer 25 lockpicks hebt kun je dit wel doen met auto-attempt. Lockpicks zijn niet zo duur en kunnen ook gemakkelijk gevonden worden in Cyrodiil. Wanneer je daar dus voor kiest zal Ulrich blijven leven, wanneer je hem naar die andere Elf lokt zal zij hem bedwelmen en door ratten laten aanvallen waarna hij sterft. Op deze manier heb je een aantal keuzes en juist dat maakt Oblivion zo’n leuk spel.
Als ik dan een klein conclusie mag geven: Iedereen die van RPG’s houdt moet deze game in zijn of haar collectie hebben. Deze game speel je overigens niet zomaar uit, je bent zeker een uurtje of 200 onderweg en dan nog hoeft het niet eens afgelopen te zijn. Wanneer je er niet echt van houd, ben je in mijn ogen iemand die niet echt een ”kunstliefhebber” is. Ik kan jullie allemaal wel verzekeren dat Oblivion zeker een waar kunstwerk is, beter in elkaar gezet dan die lullige kleurenschilderijen van Pablo Picasso. Je zult hiermee een hele vakantie gemakkelijk door kunnen komen, je niet echt snel vervelen, veel kunnen ondekken en vooral veel sfeer kunnen proeven. Niets is haast onmogelijk in deze game, behalve dat je niet onsterfelijk kan zijn. Joepie, is dat ook weer een last van onze schouders!