EA zou EA niet zijn als van een succesvolle game geen opvolger gemaakt zou worden… Zo gebeurde het ook met The Battle for Middle Earth. Men kocht alle rechten op, zodat alle mogelijke content gebruikt kon worden in het tweede deel van deze game. Dit resulteerde onlangs in het beschikbaar komen van een bètaversie van deze game. Evilgamerz kreeg deze game in handen en het resultaat lees je in deze review…
Het verhaal was in de bètaversie nog niet terug te vinden, omdat deze alleen bestond uit 2 singleplayer tutorials en een aantal multiplayer maps. Het is wel bekend dat de game gebruik zal maken van veel extra gebieden die de door Tolkien geschapen wereld te bieden heeft. Voor de kenners: Dol Goldur, Numénor, Umbar en nog veel meer… Qua legers bakte men er bij EA Pacific ook wat nieuws in. De troepen van Rohan en Gondor worden namelijk samengevoegd tot Men of the West, terwijl de Elfen en Dwergen als speelbare legers aanwezig zijn. De grafische engine heeft ook een aantal fikse updates ondergaan. Zo zijn de licht- en schaduweffecten verbeterd, terwijl er voor de langere afstanden een realistisch misteffect werd ontwikkeld. 1 van de grootste en ingrijpendste veranderingen op het gebied van gameplay is het verdwijnen van de voorgekauwde plekken om je basis uit de grond te stampen. In dit nieuwe deel kun je simpelweg je builders overal heen sturen om daar een bouwkundig meesterwerkje uit de grond te stampen. De verdediging van je zo zorgvuldig gebouwde basis zal voor een groot deel steunen op je Fortress, van waaraan je muren, katapulten en torens tevoorschijn kunt toveren. De muren kunnen op dezelfde manier uitgebreid worden. Deze vernieuwde manier levert enorme verdedigingswerken op, die je in no-time hebt zoals je ze wilt.
Binnenkort is het zover, dan komt de Xbox 360 versie uit, binnenkort is misschien niet het juiste woord aangezien de release pas op 14 juni zal zijn. Ik ben in ieder geval wel benieuwd naar de manier van spelen op de console. Vandaag is het packshot verschenen van deze bekende RTS, deze ziet er als volgt uit: