Erop of eronder
Vloeken, schreeuwen, glimlachen, verbazen, fronzen en zweten. Zo maar even een aantal werkwoorden achter elkaar die mijn ervaring met The Ascent beschrijven. Het komt zelden voor dat ik tijdens het gamen een emotionele kreet richting het scherm werp. Kreten zoals ‘hoe dan?’ of ‘serieus?’ of ‘laat ook maar.’ Dingen die je zegt als je voor de zoveelste keer je hoofd stoot tegen die steunbalk die net iets te laag hangt, maar wel al dertig jaar op dezelfde plek. Die kreten gebruik ik persoonlijk niet al te vaak. Tijdens het spelen van The Ascent vlogen deze daarentegen in het rond alsof ik zout aan het strooien was tijdens een ijskoude winternacht. Wat overigens niet slecht is. Die steunbalk hangt immers ook voor een reden net boven de trap naar de zolder en zout strooien in de winter is geen overbodige luxe.
The Ascent is een twin-stick shooter met een vleugje Diablo, een flinke toef cyberpunk en heel klein beetje Elysium. Dead Nation (de gameplayloop), met Diablo (de RPG-elementen) en Cyberpunk 2077 (de setting). Al is Veles, de wereld waar The Ascent zich in bevindt, nog een stuk smeriger dan de buitenwijken van Night City. Zoals de meeste games met online multiplayer start je met het aanmaken van een (lelijk) karakter en mag je in de onderste laag van Veles beginnen om je via allerlei huurbazen of organisaties naar de bovenste laag te werken. De game doet zijn best om redelijk gedetailleerde facties en groepen neer te zetten, maar in de essentie komt het er op neer dat je tijdens het hoofdverhaal die grote boze nietszeggende miljoenen organisatie van de troon probeert te stoten. Personages komen en gaan zonder enige aanleiding en de hoeveelheid karakters waar je echt een band mee creëert zijn op één hand te tellen. Over het algemeen zijn ze voornamelijk boos en niet te genieten. De wereld is kaput dus iedereen probeert er op zijn of haar manier het beste van te maken. De talloze sidequests bieden iets meer opluchting en functioneren prima als afleiding voor die toch constant aanwezige last op je digitale schouders. Dat mag ook wel tijdens de ruim vijftien uur durende campagne.
Het verhaal lijkt meer een middel om je in zo veel mogelijk vuur gevechten te droppen. Het draait meer om de setting zelf en dat doet de game fantastisch. Veles ziet er vanaf het moment dat je start tot aan het eind schitterend uit met allerlei kleinere details om de wereld te laten ademen of juist te verstikken. Er wordt gespeeld met meerdere camerastandpunten om de nadruk te leggen op hetgeen wat er tijdens de gameplay gebeurd. De soundtrack is redelijk cliché in het genre. Hij geeft dan wel net dat extra beetje lading dat erbij hoort.
Rondjes schieten tot je dol wordt
Even 360 graden draaien (ha!), de daadwerkelijke gameplay van The Ascent is vergelijkbaar met games zoals Dead Nation, Alienation en Nex Machina. Je hebt je linkerstick om te bewegen, je rechterstick om te mikken en je rechtertrigger om te schieten. Via augmentations en een tactisch wapen kun je tot drie extra wapens of ondersteunende tools op ieder moment meenemen. Uitrusting zoals granaten, hulprobots, turrets en helende voorwerpen. Ieder met een eigen metertje en een cooldown die in de hoek van je scherm is gepropt. Beetje lastig leesbaar tijdens de chaos van de gameplay, maar ieder metertje heeft een geluidje om duidelijk te maken dat het weer eens tijd wordt om gebruikt te worden.
Waar geen metertjes voor gebruikt worden zijn je twee standaard wapens. Handgeweren, shotguns, raketwerpers, machine geweren en al het andere standaard wapentuig dat je kan verwachten van een shooter. Verdeeld over meerdere “elementen” om de zwaktes van vijanden direct aan te vallen. Dat ga je nodig hebben, want de game kan verdomd lastig worden zodra deze daar plots zin in heeft. Uniek element is de mogelijkheid om je te verbergen achter ieder object en met een klik op de linkertrigger over het object te schieten. Domweg rondjes draaien en schieten heeft weinig nut, aangezien de moeilijkere encounters al gauw een stroom van melee vijanden op je afstuurt om je te flanken. Vijanden kiten kan je tevens vergeten, want ze lopen na een stukje terug om hun levensbalk weer volledig op te laten laden. Midden in het vuurgevecht blijven, dekking zoeken en gebruik maken van je volledige arsenaal is de beste tactiek. Dat komt de game enkel ten goede. Deze is namelijk op zijn best tijdens de gigantische chaos die ontstaat tijdens vuurgevechten. Ontploffende auto’s, afbrokkelend cement, lichamen die alle kanten op stuiteren en de stroom aan kogels die gewoon niet wilt stoppen. Vuurgevechten zijn hartslag verhogend, adrenaline aanmakend en met meerdere spelers een genot om te spelen.
Het is aan te raden om het grootste deel van de game samen met een ander te spelen. Couch coöp is in 2021 bijna net zo uitgestorven als de dodo. The Ascent wordt er gelukkig een stuk leuker door. De frustratie die ontstaat tijdens baasgevechten blijft zo beperkt. Er zijn ongelooflijk hoge pieken van moeilijkheid die in je eentje bijna alleen te overwinnen zijn door te grinden, door een uitrusting te hebben die helemaal voldoet aan die bepaalde situatie of door je hoofd net zo vaak tegen die steunbalk te klappen tot die afbreekt. Alle drie opties die niet bepaald plezant zijn. Die moeilijkheidsgraad ontstaat meestal, doordat je in een afgesloten ruimte wordt gedumpt met simpelweg te veel vijanden. Met meerdere spelers een leuke uitdaging, maar in je eentje frustrerend.
Statistieken, getalletjes en loot
Laat ik het maar meteen zeggen, ondanks dat de game redelijk veel weg heeft van Diablo komt het wat loot en RPG-elementen niet in de buurt. Er is weliswaar een redelijke hoeveelheid aan verschillende wapens en dergelijke beschikbaar, maar jezelf bezig houden met de achterliggende getalletjes is over het algemeen niet echt nodig. Vijand schiet met elektrische wapens? Oké, doe even die ene helm op met extra bescherming tegen dat ene element en vergeet de aankomende twee uur je uitrusting tot je weer tegen één van die pieken in de moeilijkheidsgraad knalt. Dit geldt al helemaal voor de statistieken die direct aan je karakter gekoppeld zijn. Het meeste pompen in critical hit rate is de beste optie die ik heb kunnen vinden, maar het maakt de gameplay niet persé anders of eenvoudiger. Het belangrijkste is uiteindelijk nog steeds hoe goed je kan mikken.
Loot is in de essentie ook wel een dingetje. Waar de meeste loot gebaseerde games je overladen met rotzooi gaat The Ascent daar redelijk bescheiden mee om. Bazen geven meestal veel geld en als je een beetje geluk hebt één wapen. Die je meestal al bezit. Om die rush van het looten te kunnen voelen zit je hier dus verkeerd.
The Ascent is een geweldige game geworden die op momenten breekt door de ambities die de kleine groep van ontwikkelaars hebben. Het nietszeggende verhaal en de hoge pieken in de moeilijkheidsgraad zijn een kleine smet op het geheel. Er zijn tevens wat onwelkome bugs en glitches. Zo triggerde bij mij een keer een tussenfilmpje niet waardoor ik niet verder kon. Op dat moment weigerde het spel ook terug te gaan naar het hoofdmenu waardoor ik alles moest afsluiten. De gameplay blijft echter boeien en daar gaat het hier om. Verwacht alleen geen diepgaande RPG-elementen. Daarvoor moet je toch echt een andere game starten.
Erg goede game, de gameplay staat me ook wel aan dus wellicht eens kopen.