Adventure games, je houdt ervan of je haat ze. Ikzelf ben op zijn tijd wel te porren voor een avontuurtje, en toen ik te horen kreeg of ik Rhiannon: Curse of the Four Brances wilde testen, leek het mij ook wel interessant. Niet zo lang geleden heb ik bijvoorbeeld ook erg genoten van de Sam & Max serie en een aantal jaar terug was ik helemaal gek van Broken Sword 2. Rhiannon daarentegen heeft mij een beetje teleurgesteld. Het voelde weliswaar ook aan als Broken Sword, maar het leek ook heel erg op die game die ik 6 jaar geleden speelde.
Een vervloekt landgoed
Rhiannon: Curse of the Four Branches speelt zich af in Wales. Om precies te zijn op een afgelegen landgoed in Wales. Jij, de speler dus, krijgt namelijk een mailtje van je vriendin Jess. Daarin vraagt ze of je op hun landgoed Ty Pryderi wilt passen terwijl zij, samen met haar man en Rhiannon weg zijn. Na de mail gelezen te hebben, haast je je richting Ty Pryderi om daar eens mooi op de boel te gaan letten. Terwijl jij daar bent, breekt echter de pleuris uit. Ook Rhiannon begint raar te doen, en begint geluiden te horen en angstaanjagende visioenen te krijgen. Uiteindelijk komt het erop neer dat er een oeroud kwaad huist in Ty Pryderi dat betrekking heeft tot de Mabinogion Legends (gaat er al een belletje rinkelen? Bij mij in ieder geval niet).
Wat is dus jouw taak? Juist, het uitbannen van dat kwaad en Ty Pryderi redden. Het redden van Ty Pryderi is niet echt moeilijk te doen. De game speelt vanuit een eerste persoons perspectief en je beweegt je voort door op de pijltjes in je scherm te bewegen. Dit gebeurt echter niet real time, maar lekker ouderwets doormiddel van een heleboel verschillende plaatjes. Deze keuze van besturing werkt echter niet geheel soepel, doordat dat samen met het eerste persoons perspectief nogal eens (vooral in het begin) voor oriëntatie problemen zorgt. Zo wil je bijvoorbeeld die ene deur eens van wat dichterbij bekijken, maar om daar te komen moet je eerst 3 stappen opzij doen en dan een naar voren. Een ander voorbeeld is als je een bepaalde richting in wilt lopen, en dan een stukje je scherm moet draaien. Dit gaat erg moeizaam, omdat je, wanneer je je om wilt draaien, steeds weer een ander beeld te zien krijgt, en zo snel kwijt raakt waar je precies bent. Dit was allemaal veel makkelijker geweest, wanneer je het spel vanuit een derde persoons perspectief zou spelen, omdat je dan een duidelijk herkenningspunt hebt. Nog beter was het zelfs wanneer je in real-time door de omgevingen zou kunnen lopen. Op die manier komt de sfeer van het spel veel beter tot zijn recht.
En nu we het toch over die sfeer hebben: dat is heel erg goed gedaan. Je hebt echt het gevoel je in een oud, verlaten spookdorpje te bevinden. De omgevingen zelf zijn erg mooi vorm gegeven. Wanneer je bijvoorbeeld door het bos loopt, geven de muziek, samen met de onheilspellende schaduwen en het donkere kleurenpallet je de rillingen. Het is dan wel weer erg jammer dat de beelden zelf zo goed als stil staan en dat neemt dan ook snel weer een groot deel van de spanning weg. Wat dan ook heel erg tegenvalt zijn de graphics. Het spel is maar op een grafische stand te spelen, en ook maar op een enkele resolutie: 1024×768 pixels. Dit is, in vergelijking tot wat de meeste hedendaagse monitoren en videokaarten aankunnen, behoorlijk laag. Het spel laat dan ook snel zijn minder mooie kant zien wanneer je het op een groter scherm speelt. Dat gevoel wordt ook nog eens flink versterkt, als je het op een breedbeeld monitor speelt. Alles wordt dan ook erg uitgerekt, omdat de resolutie nog in die goede ouder 4:3 verhouding blijft. De beelden zelf zijn ook niet al te mooi, en de weinige animaties die je ziet, laten dan ook flink te wensen over.
Dat de graphics niet de mooiste zijn, is dus wel duidelijk, maar de muziek is niet zo slecht. De grimmige deuntjes zijn perfect voor dit soort spellen, en dat is dan meteen ook het grote nadeel van de muziek: ze lijken ook direct uit dit soort spellen te zijn overgenomen. Doordat je dit soort deuntjes al vaker gehoord lijkt te hebben, ook al is dat misschien niet het geval, schenk je er ook minder aandacht aan, en dat is jammer.
Lekker puzzelen
Dan kom ik aan bij een van de, zo niet het belangrijkste onderdeel van een adventure game: de puzzels. Ik zal dan ook maar meteen met de deur in huis vallen: de puzzels zijn niet verkeerd. In het begin los je niet al te moeilijke dingen op. De puzzels zijn dan van het niveau “combineer de sleutel met het slot”. Wanneer je in het spel vordert worden deze echter wat moeilijker en zul je je grijze massa daarboven ook echt aan het werk moeten zetten. Zo zul je in het spel flink wat items tegenkomen en combineren, en die combinaties dan weer met andere dingen combineren. Kortom: genoeg denkwerk. De puzzels waren voor mij dan ook een groot pluspunt aan het spel, en hielden mij dan ook redelijk geïnteresseerd in dit Keltische avontuur.
Dingen die opvielen
Er waren echter nog wel een paar dingen mij erg opvielen en waarvan ik denk dat ik ze ook toch nog even moet vermelden. Zo was de intro (die ene wanneer je het spel opstart) gigantisch saai en ook nog eens behoorlijk lang. Dat is niet eens het ergste, want het ergste is dat hij niet de skippen valt. Dat betekent dat iedere keer wanneer je het spel wilt spelen, je 3 a 4 minuten kwijt bent met het kijken naar de intro. Ook waren het hoofdmenu, evenals de ingame menuutjes, niet al te mooi. Hetzelfde geldt overigens voor de cursor, die sommigen misschien zelfs als lelijk zullen bestempelen.
Al om al is Rhiannon vooral een spel dat te laat is gekomen. Grafisch is het zeker niet de mooiste, ook niet in het adventure genre. Ditzelfde geldt ook voor het gebied van muziek en sounds. Waar Rhiannon echter wel in uitblinkt zijn het neerzetten van een creepy sfeer, goede verhaallijn en goede puzzels. Het is echter jammer dat de eerstgenoemde dingen zo slecht zijn, anders had Rhiannon een veel beter cijfer kunnen behalen.