In mijn vorige column neigde ik er al een beetje naar, maar nu heb ik het helemaal gehad met Grand Theft Auto IV. Ik weiger om er over te schrijven en toch, op ditzelfde moment verbreek ik mijn belofte aan mezelf alweer. Ik heb de game toch ontvangen (all be it not on day one), heb het verhaal uitgespeeld en ben druk op zoek naar de 200 stuks vliegend ongedierte. Het is dan ook niet de game die mij tegenstaat. Maar de hype, die maar doorgaat en doorgaat.
Als je iets populairs neemt dan ziet de populariteit van het product er meestal uit als een berg. Het begint normaal, wordt steeds populairder tot het op een gegeven moment een punt van verzadiging bereikt en de populariteit weer daalt. Ik had zo in gedachten dat bij GTA numero IV dat verzadigings punt wel bereikt zou zijn met de uitkomst van de game; iedereen koopt de game, speelt hem en gaat door naar de volgende game. Bij GTA lijkt het echter alsof er boven op die berg een wegversperring staat met een wanted level van zes sterren, want er blijkt geen doorkomen aan. Nog steeds wordt elke kleine verandering gemeld op depagina’s van ’s werelds grootste gamesmagazines en sites. “Nieuwe patch”, “probleem hier”, “probleem daar”, “walkthroughs hier”, “win een gratis pizza met GTA IV” zijn berichten die ik tegen mijn wil moet lezen omdat de critici ze belangrijker vinden en ze een meer in het oog springende plek plek geven dan ach, laten we zeggen een nietszeggende trailer als die van een nietszeggende game als Killzone 2 of Gears of War 2.
Zelfs wanneer ik me even onttrek aan de gamewereld blijft het me achtervolgen. Een tripje door de stad verliep als volgt. Ik parkeer mijn fiets (althans, ik maak hem vast aan een verkeersbord). Terwijl ik langs het hokje van de fietsenstalling loop, die was net iets verder weg maar voor mij teveel moeite om mijn fiets daar te zetten, werp ik een blik op het hokje en mijn oog valt op een viertal gigantsiche posters van het type: “Out Now: GTA IV”. Ik zet mijn kraag omhoog, kijk recht vooruit en loop stug door. Een paar straten verder kom ik tot rust, zie je wel dat ik me zorgen maak om niks: ik heb nu al 10 minuten de woorden Grand Theft Auto niet meer gehoord. Een aantal seconden denk ik dat de woorden in mijn hoofd zijn blijven rondgalmen maar dan zie ik in dat het iets anders moet zijn. Ik focus mijn gedachte en ben in staat de bron te achterhalen, een radio op een bouwvakkers-steiger heeft zojuist aangekondigt dat… “het liedje dat ze zodadelijk gaan draaien toevallig ook het liedje was welke hij hoorde terwijl hij de story-line van een computer spelletje uitspeelde” waarop de andere DJ vraagt welke game het was… raad dat zelf maar. In het nieuws (het freaking NOS Journaal!) op de tientallen TV’s bij de elektronica zaak wordt aangekondigt dat van de game al meer als 6 miljoen exemplaren zijn verkocht en ik moet nogmaals de trailer aanzien en ditmaal is hij overal om mij heen, op elke televisie. Schreeuwend ren ik de winkel uit en de tranen staan mij in de ogen. Het is een complot.
Natuurlijk is het niet echt zo dramatisch, maar is er dan nergens geen ontkomen aan? Het is een beetje zoals Jeroen v/d Boom: er is niemand meer die nog “Jij Bent Zo” luistert en oprecht kan zeggen dat hij het een mooi nummer vind, maar toch achtervolgt hij je overal: op elke frequentie hoor je hem, elke minuut wordt hij wel ergens gedraaid. En toch, wat deed ik toen ik thuis kwam van de stad? Ik schakelde mijn PS3 in en begon weer te spelen. Ik heb er lang over nagedacht en bedenk me gewoon: dit is de beste manier. De enige manier om van de game af te komen is de game te spelen. In de game kom je geen reclame tegen voor de game. Als ik in die virtuele wereld stap, stap ik in een andere wereld. Een wereld zonder GTA.