Niet te stoppen
Waar moet je beginnen met een game die elk jaar een sequel krijgt maar elk jaar niet veel nieuws brengt. Natuurlijk heb ik het dan over de Call Of Duty franchise. Dit jaar is alweer de 13de Call of Duty uitgekomen en de 6de van Infinity Ward, genaamd Ghosts.
In de tien jaren sinds Infity Ward de originele Call Of Duty uitbracht is er een hoop veranderd. Al snel had Activision door dat dit een potentiele melkkoe kon worden en sinds deel 2 krijgen we elk jaar een nieuw avontuur voor de kiezen. De verkopen gaan door het plafond en de serie heeft een schare fans die ervoor zorgen dat er geen reden is voor innovatie aangezien het toch altijd verkoopt. Dit is sinds een aantal jaar het grote kritiekpunt en ditmaal is het niet anders, maar waarom veranderingen maken aan een game met gameplay die de perfectie benaderd?
Ditmaal val je in de storyline van de Ghosts. De elite der elite eenheden. Tijdens een oorlog werden de elite eenheden ingezet om een hospitaal te beschermen, ze kwamen tegen een leger te staan die tienmaal zo groot was. Zelfs de elite kon niet op tegen de aantallen en vielen als bosjes neer. Een aantal van deze elite waren door al het bloed en zand van de gevallen medestanders gecamoufleerd en konden zo de tegenstand afhouden, ze kregen zo de naam Ghosts. Het grote verschil van deze CoD is dat je deze keer niet de agressor bent. Amerika ligt onder vuur en je hebt als Ghost de taak om de mensen achter deze aanvallen op te sporen en uit te schakelen. De missies zijn weer erg lineair en alles draait om de ervaring, je bezoekt tijdens je reis prachtige locaties waaronder een ruimtestation, een prachtig onderwater level en een basis die je per tank helemaal de vernietiging in schiet. Dit keer heb je een hond aan je zijde in de beginlevels die je kunt besturen en op vijanden af kunt sturen. Dit voegt toe dat het tempo nog wat hoger kan liggen omdat er geen stand-offs zijn, als een vijand zich verschuilt stuur je de hond erop af en je rent weer verder. Helaas is deze hond in de eerste missies een onderdeel van je team en later valt deze wat weg. Persoonlijk vind ik de singleplayer één van de mindere die ik in de franchise gespeeld heb en dit komt vooral door de ghosts. Deze spreken me minder tot de verbeelding dan de elite eenheden van zeg een Black Ops. De game mechanics zijn wel prima in orde en het is wel lekker wegschieten voordat je in de multiplayer dompelt.
Snel over op de multiplayer
Nadat de singleplayer uitgespeeld was in 5 korte uurtjes kom je aan bij de ‘Pièce de résistance’, de multiplayer. Zoals elk jaar zijn er weer kleine tweaks die de multiplayer naar een hoger plan moeten tillen. Ditmaal is er voor het eerst een character die je kunt customizen. Ook zijn de perks op de schop gegaan en kun je zelf je perks bij elkaar zetten. Je krijgt 10 punten om te spenderen en de perks kosten tussen de 1 en 4 punten. Zo stel je het perfecte perk pakket bijeen dat bij je eigen speelstijl past. Een nieuwigheid zijn de Squads, je kunt namelijk je eigen squad opzetten en de uitrustingen kiezen en zo head-to-head gaan met AI squads of de squads van je vrienden. Je squad levelt ook en wordt steeds beter.
Voor de meeste spelers zal Team Deathmatch toch wel de favoriet zijn. Persoonlijk speel ik ook alleen maar deze modus. Infinity Ward heeft leuke toevoegingen gemaakt aan de mogelijkheden. De leukste nieuwe modus is toch wel ‘Cranked’. Wanneer je een kill maakt krijg je 30 seconden de tijdt om de volgende kill te scoren, zo niet, dan ontplof je. Dit geeft een heerlijk rappe gameplay en is niet moeilijk doen maar snel naar je target gaan. Voor de rest zijn bijna alle modi van voorheen in de game al dan niet onder een nieuwe naam. De multiplayer staat of valt bij de maps, wat deze keer opvalt is dat Infinity Ward een grotere diversiteit aan maps in de game heeft gestopt. Van een schots dorpje tot een heel clean laboratorium. Ook zit er meer hoogteverschil in de levels. Dit geeft een extra dimensie waardoor je nog meer moet opletten waar je vijand zich bevindt. Zelf was ik hier niet zo kapot van maar het is als bij elke Call of Duty, je moet er even inkomen, de maps kennen voordat je het maximale eruit kan halen.
De echt nieuwe variant is de Extinction mode, een modus waar je het opneemt tegen aliens. Deze aliens zijn niet de standaard aliens maar echt beesten. Ze springen en bewegen net als dieren en het is een hele uitdaging om deze weerstand te bieden. Hier komt het teamplay element erg van pas. Je kiest een klasse zoals medic of tank en je ondersteunt elkaar in de strijd tegen de aliens. Dit is erg leuk met een paar vrienden en ook veel leuker dan de zombie mode van voorheen. Persoonlijk blijft de survival mode uit modern warfare 3 mijn favoriet.
Infinity Ward heeft een sterke titel afgeleverd, vooral omdat de basis nog steeds ijzersterk blijft. Persoonlijk geniet ik altijd wel van de singleplayer en die valt ditmaal dan toch wel erg tegen. De verhaallijn is toch een stuk minder, vooral na het ijzersterke Black Ops 2. De multiplayer is wat uitgebreider maar er zijn veel modi die veel spelers waarschijnlijk niet zullen spelen. Waar de meeste spelers toch naar de team deathmatch zullen gaan is het een pluspunt dat het perksysteem verbeterd is, voor de rest zullen ze erg weinig nieuws opmerken. De maps staan me persoonlijk wat minder aan qua design maar dit hangt ook hand in hand met de singleplayer aangezien daar de looks van de multiplayermaps uitgehaald worden. Extinction is leuk bedacht maar haalt het niet bij de specops van MW3. Jammer is ook het feit dat ze grafisch geen progressie boeken. Het is al een aantal jaren zo dat er slordigheden in de game zitten, vooral in de singleplayer valt dit op. Maar uiteindelijk blijft de vraag staan, is het een goede shooter? Het blijft een uitstekende shooter, de game mechanics zijn geweldig en online zul je je goed vermaken met dit nieuwe deel. Maar hopelijk zien we volgend jaar met een nieuwe engine op de next gen consoles weer een grotere sprong vooruit.