Het leven als sluipmoordenaar is waarschijnlijk één van de zwaarste levenswijzen die je kunt kiezen. Je moet de meest gruwelijke daden uitvoeren om aan je geld te komen. Daarnaast kun je aan niemand vertellen wie je daadwerkelijk bent, aangezien het nergens veilig is. Je zult dus constant op je hoede moeten zijn voor alles en iedereen. Ook wanneer je een doelwit voor ogen hebt zal het nog veel moeite kosten om hem ongezien te kunnen uitmoorden. Je zult dus onder veel stress komen te staan. Aangezien niet veel mensen zulke spanning aan kunnen, krijgen we in het dagelijkse leven weinig te maken met zulke schurken. Voor mensen die alsnog de kick van het vak willen beleven, zonder dat ze daadwerkelijk hoeven te doden, zijn er games als Assassin’s Creed. Dit spel kwam vorig jaar uit op de Playstation 3 en de XBox 360. Het spel werd aardig goed ontvangen, maar helaas konden Nintendo-gamers hier niet van meegenieten. Deze personen krijgen echter alsnog een kans hiervoor, namelijk met Assassin’s Creed: Altaïr’s Chronicles op de Nintendo DS.
Zoals de naam al zegt speel je ook in dit deel met Altaïr. Altaïr’s Chronicles speelt zich af vóór de gebeurtenissen uit het originele spel. Je hebt de opdracht gekregen om een heilige kelk te zoeken. Dit voorwerp zou de kracht hebben om strijdende facties de kant te laten kiezen van de houder van de kelk, om zo dus oorlogen oplossen. Zo’n machtig voorwerp mag natuurlijk niet in de verkeerde handen vallen. Om erachter te komen waar je moet zoeken zul je vele mensen moeten redden, vermoorden, of martelen. In dit deel heb je helaas niet veel vrijheid. Je zult van punt A naar punt B moeten lopen om uiteindelijk tot je eindbestemming te komen. Deze routes gaan meestal over daken van gebouwen heen. Omdat je nu niet meer zelf kunt bepalen waar je langs wilt gaan, geeft het spel minder het gevoel dat je echt zelf de sluipmoordenaar mag spelen. Eigenlijk valt hiervan ook heel weinig te zien in het spel.
Gebrek aan variatie
Je zult vaker tegen bewakers of soldaten moeten vechten die je hebben gezien, dan dat je daadwerkelijk iemand stiekem een mes in zijn hals mag steken. Het vechtsysteem stelt daarbij ook nog eens heel weinig voor. Met de X- en Y-knop kun je een snelle aanval uitvoeren, of een langzamere krachtige slag maken. In het begin komt dit neer op alleen maar buttonbashen en na een tijdje krijg je er extra combinaties bij. Door een vijand uit te schakelen krijg je blauwe en rode orbs. De rode vullen je gezondheid aan en met de blauwe bolletjes kun je je zwaard krachtiger maken, of je levensbalk upgraden. Het wordt hierbij helaas helemaal niet aantrekkelijk gemaakt om langzaam op een slapende bewaker af te stappen en hem dan zijn keel door te snijden. Je krijgt hiervoor namelijk geen extra blauwe orbs en het kost alleen maar meer moeite. Het is dus veel gemakkelijker om simpelweg op de twee knopjes te blijven rammen en dan snel weer de daken op te klimmen. Dit is dan wel weer één van de leukere punten uit het spel.
Je springt van dak naar dak en zult af en toe met touwen rond moeten slingeren. Het is echter niet overal veilig om op te staan, want op sommige plaatsen kunnen daken of pilaren instorten. Het gene dat ik hier dan bij miste was de variatie. Overal waar je komt zie je dezelfde balken waar je aan kunt hangen en dezelfde vijanden die je op dezelfde manier kunt verslaan. Zelfs een eindbaas die je in de laatste paar levels tegenkomt moet je bij elke ontmoeting op exact gelijke manier verslaan. Een toevoeging die dit probleem zou kunnen oplossen zijn de twee minigames waarbij je een sleuteltje uit iemand zijn broekzak kunt stelen, of waarbij je op bepaalde punten van het lichaam druk moet uit oefenen om de persoon in kwestie te laten spreken. Bij de eerste zul je eerst met je stylus over het scherm moeten krassen om zo alle voorwerpen uit de zak zichtbaar te maken. Daarna moet je het sleuteltje naar de opening slepen, zonder dat je de rand van de broekzak of een ander voorwerp aanraakt. Bij de tweede zie je getallen op een lichaam verschijnen waar omheen groene cirkeltjes steeds kleiner worden. Op het juiste moment zul je dan op het getal moeten drukken. Helaas voegen ook deze minigames weinig toe en komen ze maar heel weinig voor.
Gelukkig niet erg langdradig
Dit is ook niet zo vreemd, omdat het hele spel maar erg kort duurt. Het is in zo’n vier tot vijf uur gemakkelijk haalbaar om door de negen missies heen te spelen. Het enige dat de speeltijd een beetje kan rekken is het feit dat je na de eerste keer spelen een Hard mode vrijspeelt. Het is alleen niet echt een uitnodigend spel om nog eens vijf uren voor op te offeren. Gelukkig ziet het spel er dan nog wel best redelijk uit. De steden zien er erg mooi uit en ook de personages zijn aardig goed geanimeerd. Niet elke actie loopt altijd even soepel. Sommige bewegingen zijn heel vloeiend gemaakt, terwijl het bij andere aanvallen net lijkt alsof er beeldjes uit de animatie missen. Op het geluid is daarentegen veel minder aan te merken. De Arabische deuntjes die uit de speakers komen passen erg goed bij de omgeving en zijn, ondanks dat ze constant herhaald worden, totaal niet storend. Ook de geluiden die de bewakers maken wanneer ze door je worden aangevallen zijn steeds weer gelijk, maar doordat het niet zo’n lang spel is ergerde ik me er niet heel erg aan. Ik heb me dan ook best nog wel vermaakt in deze korte tijd.
Het grootste probleem aan Assassin’s Creed: Altaïr’s Chronicles, is dus dat het vijf uren lang dezelfde actie is. Het vechtsysteem is erg matig, waardoor je steeds maar op X of Y blijft drukken. Een uitdaging om te proberen mensen sluipend uit te moorden is er niet echt, zodat je ook dit maar weinig hoeft uit te proberen. Zelfs de twee minigames konden voor mij niet genoeg toevoegen om het na vijf uren nog een keer in Hard mode te willen proberen. Het beeld ziet er daarentegen meestal wel redelijk goed uit en ook het geluid past perfect bij het spel. Ubisoft had beter nog wat meer tijd kunnen steken in deze game, zodat er meer afwisseling in had kunnen worden gestopt. Tegen de kwaliteit van zijn grotere broer kan Assassin’s Creed: Altaïr’s Chronicles dan ook zeker niet op.