Het is alweer tijd voor de negende (!) uitbreiding van World of Warcraft. Elke keer is het weer ongelofelijk dat Blizzard deze game zo relevant kan houden. Natuurlijk zijn er een hoop ups en downs geweest in de afgelopen 15 jaar en zijn niet alle uitbreidingen even succesvol geweest. Toch zitten er weer enorm veel gamers reikhalzend uit te kijken naar de nieuwe uitbreiding Dragonflight. Het maximale level wordt weer verhoogd naar 70, maar ook het terugbrengen van de geliefde talents trees en het toevoegen van een nieuwe klasse laten zien dat Blizzard luistert naar de fans. Na een aantal uur spelen lijkt het er toch weer op dat er met Dragonflight weer een uitstekende uitbreiding is uitgekomen.
Terugkeer van de draken
Hoewel de vorige uitbreiding Shadowlands veel positieve recensies ontving, kwam er na verloop van tijd toch behoorlijk wat kritiek. Fans waren het beu om steeds te moeten werken met “geleende” krachten. In de afgelopen jaren had je bijvoorbeeld een mantel die je telkens kon upgraden, speciale wapens en ringen. Je was voortdurend bezig deze WoW items tijdens de betreffende uitbreiding maximaal te upgraden. En zodra er een nieuwe uitbreiding uitkwam, werd dat item volkomen nutteloos en kon je weer opnieuw beginnen met de volgende tijdelijke kracht. Gelukkig heeft Dragonflight dit element niet, waardoor het verplichte gevoel van moeten spelen omdat je anders achterloopt, aanzienlijk minder is geworden. Daarnaast, terwijl spelers zich concentreren op het genieten van de nieuwe content, kunnen ze onbewust ook aanzienlijke hoeveelheden WoW goud vergaren. Het doorlopen van nieuwe missies, ontdekken van onbekende gebieden en het verslaan van verse vijanden in Dragonflight biedt namelijk tal van kansen om WoW goud te verdienen.
Net zoals bij Shadowlands heb je één lange campagne waarbij je de verhaallijn doorloopt en ook door de nieuwe gebieden wordt geloodst. Na het uitstapje naar de onderwereld in Shadowlands gaan we weer terug naar het geliefde Azeroth. Op de wereldkaart zijn daar nu de Dragon Isles bijgekomen, zoals de naam al doet vermoeden is dat de thuisbasis van de mythische Draken. De Draken zijn altijd een belangrijk onderdeel geweest van de wereld van Warcraft en nu krijgen ze zelfs hun eigen uitbreiding. De Dragon Isles zijn weer verschenen na 10.000 jaar en de Draken willen uiteraard weer terug naar hun thuis. In de vorige uitbreiding werd al gewaarschuwd voor een groter kwaad dat naar Azeroth komt en dat wel eens heel goed met de draken te maken kunnen hebben. Aan de spelers de taak om af te reizen naar de nieuwe eilanden en uit te zoeken welk gevaar eraan komt. Het grappige hieraan is dat spelers van zowel de Alliance als Horde dit samen doen. De eeuwenoude vete tussen deze twee facties moet even aan de kant gelegd worden en samen erachter komen wat er aan de hand is. Tijdens het levelen zal je dus ook zeer regelmatig spelers tegenkomen van de andere factie, en dit is een uitstekende keuze van Blizzard. Niet alleen zijn de gebieden ook een stuk drukker maar ook de wereld PvP krijgt weer een aardige boost.
De Dragon Isles zijn verdeeld in vier gebieden (The Waking Shores, Ohn’Ahran Plains, Thaldrazus en The Azure Span) en deze hebben elk hun eigen thema. Echter is dat niet zo extreem zoals in Shadowlands het geval was. Daar had je echt heel verschillende thema’s wat weinig verbinding gaf tussen de gebieden zelf. In Dragonflight heeft Blizzard er meer één geheel van gemaakt maar toch verschillend van elkaar. Zo heb je de Ohn’Ahran Plains waar felle kleuren worden gebruikt, en veel flora en fauna te vinden is. Het doet je een beetje denken aan Nagrand, een zeer populair gebied van de eerste uitbreiding van World of Warcraft. Maar daarnaast ligt het gebied Thaldrazus, een gebied wat veel magischer eruitziet. De paarse kleuren van de bomen geven het een hele andere look en feel en je komt veel meer exotische dieren en planten tegen.
Nieuw ras
Dat Draken centraal staan in deze uitbreiding wordt nog eens extra benadrukt door het toevoegen door het nieuwe ras van de Dracthyrs. Dit is een drakenras en is gelijk ook het enige ras die de nieuwe Hero klasse kan zijn, de Evoker. Zodra je een Dracthyr aanmaakt krijg je meteen enorm veel keuze in het aanpassen van het uiterlijk van jouw personage. Je kan overal hoorns, stekels en kleuren kiezen voor jouw personage. Daarnaast kan je voor de Dracthyr ook nog een visage form aanmaken. In deze vorm neem je een mensenlijk vorm aan, zoals de meeste hoofdpersonages op Dragon Ilses dat ook kunnen. Deze vorm kan je het best vergelijken met die van Druids of van de Worgen. Voor sommige skills moet je één van de twee vormen hebben en dat past zich dan automatisch aan tijdens een gevecht. Buiten de vele cosmetische opties speelt de Dracthyr behoorlijk anders. Omdat je een draak bent heb je de mogelijkheid om te vliegen. Hierdoor ben je dus ook tijdens het spelen een stuk mobieler dan de oudere rassen in World of Warcraft.
De Evoker is dus de nieuwe Hero class in Dragonflight en dat betekent dat je direct op level 58 begint. Je hoeft dus niet meer helemaal te beginnen vanaf level 1, maar je dient wel al een personage te hebben van minimaal level 50 om een Evoker te kunnen maken. De Evoker is een klasse die op afstand schade kan doen met drakenmagie maar je kan er ook mee healen. Deze specialisatie maakt uitstekend gebruik van de mobiliteit van de Dracthyr en je dient dan ook als een malle heen en weer te bewegen in je groep om iedereen in leven te houden. Het healen is met deze klasse dus een stuk actievoller. Het is wederom een stap van Blizzard om de gameplay van World of Warcraft een boost te geven en dat is precies wat deze game nodig heeft. Het heen en weer vliegen met je draak gaat nooit vervelen en dus is dit een uitstekende toevoeging in Dragonflight. Dat vliegen trekt ook door naar de rest van alle personages. Vliegende mounts bestaan al heel erg lang in World of Warcraft maar nu werkt dat even anders. Waar je eerst onbeperkt kon vliegen is dat op de Dragon Isles niet meer mogelijk. Na een aantal quests krijg je je eigen draak waarmee je door de gebieden kan vliegen. Je hebt echter nu de bron Vigor waar je rekening mee moet houden. Elke actie die je doet met je draak kost Vigor. Wil je bijvoorbeeld opstijgen of juist sneller vliegen dan verlies je één Vigor. En aangezien je op het begin maar vier Vigor hebt kom je al vrij snel zonder te zitten. Het enige wat je dan nog kan doen is zweven en naar de aarde storten. Dit is op het begin enorm wennen en zal je regelmatig Vigor tekort komen om op jouw bestemming te raken. Door de gebieden heen zijn er punten verstopt waar je met je draak doorheen moet vliegen. Pak je zo’n punt op dan kan je jouw draak gaan uitbouwen. Op het begin zal dit voornamelijk betekenen dat jouw acties minder Vigor kosten en dat deze sneller weer opbouwt. Maar later ontgrendel je ook nieuwe moves waardoor je als een echte Targaryen door de Dragon Isles kan vliegen. Natuurlijk is het ook mogelijk om het uiterlijk van je draak zelf helemaal aan te passen. Je zal ook gaandeweg steeds meer cosmetische opties vrijspelen zodat je echt los kan gaan met het uiterlijk.
Blizzard luistert
De andere grote toevoeging waar ik het al over had is het terugbrengen van de talent trees. Blizzard heeft toegegeven dat ze de klasses wel heel erg versimpeld hadden. In Shadowlands had je om de zoveel levels een keuze tussen drie talents en dat was het. Vroeger kon je naar hartenlust jouw eigen personage bouwen en zelf kiezen waar je jouw punten in wilde steken. Natuurlijk was er op een gegeven moment maar één combinatie de allerbeste maar toch gaf het je een gevoel van vrijheid. Met Dragonflight zijn deze dus weer terug maar wel met een twist. Je hebt nu een tree voor de klasse en daarnaast ook een tree voor de specialisatie. In de tree voor de klasse heb je dus allemaal talents die je kan nemen ongeacht de specialisatie die je bent. Op deze manier heb je dus nu nog meer vrijheid om geheel je eigen klasse samen te stellen. Blizzard wil weer terug naar het principe dat klasses verschillend moeten aanvoelen en dat lukt op deze manier zeker.
Grafisch gezien is de artstyle van World of Warcraft nog steeds tijdloos. Door de jaren heen is de engine flink opgepoetst en zijn de details enorm toegenomen, maar next-gen is het zeker niet. En dat hoeft gelukkig ook niet. Blizzard is nog steeds een meester in het maken van prachtige gebieden en dat bewijzen ze wederom met deze uitbreiding. Al op het moment dat je de boot pakt naar de Dragon Isles en het land in zicht komt heb je al meteen zin om te beginnen. In de verte zie je hoge torens verschijnen tussen de mist en vliegen er overal draken. Met Dragonflight bewijst Blizzard ook wederom dat ze serieus naar de fans aan het luisteren zijn. Met het terugbrengen van de talent trees en het stoppen met de tijdelijke powers bij elke expansions maken ze een hoop fans weer blij. De toevoeging van de Dracthyr en Dragonriding zorgen voor een hoop meer mobiliteit in de gameplay. Het statische van enkele jaren terug wordt steeds meer vervangen voor actievollere gameplay, en dat is nodig. De eerste start is weer hoopgevend maar het is natuurlijk nog even afwachten hoe deze uitbreiding zich gaat ontwikkelen. Shadowlands was ook toch niet de uitbreiding gebleken waar iedereen op hoopte. Komende week komt de eerste raid uit en kunnen de spelers los met de endgame, laten we hopen dat dezelfde kwaliteit daar doorgetrokken wordt. Maar met de weg die Blizzard nu is ingeslagen lijkt het erop dat ze geleerd hebben en ziet de toekomst van World of Warcraft er opeens weer rooskleurig uit.
Knap hoe ze deze game na zoveel jaren nog steeds zo populair weten te houden.