Het is maart 2020, de remake van Final Fantasy VII is bijna (ein-de-lijk) onder ons. Je zou bijna vergeten dat Square-Enix volgende maand nog een andere remake de wereld in gooit. Die van ‘Seiken Densetsu 3,’ ook wel ‘Secret of Mana 2’ of ‘Trials of Mana.’ De SNES-versie van de game is tot vorig jaar nog nooit beschikbaar geweest in het Engels. Tenzij je een creatieveling was en één van de beschikbare Engelse hacks op een cartridge knutselde. De game was vooral een veel grotere versie van de eerste ‘Secret of Mana.’
Deze remake is niet zomaar een simpele upgrade. Je zou al snel een vergelijking willen met die van ‘Secret of Mana’ uit 2018, het is immers het logische vervolg, maar waar die remake eigenlijk alleen dezelfde game was in een ander jasje, is ‘Trials of Mana’ een compleet andere game geworden. De wereld is volledig in 3D en het battle system is flink aangepakt om hetzelfde gevoel te houden als de originele versie uit 1995, alleen dan met de noodzakelijke hedendaagse toevoegingen. Positieve elementen zoals een vrij beweegbare camera en meer opties tijdens combat. Ook elementen die als negatief ervaren kunnen worden zoals (veel) langere cutscenes en een constante toevoer aan waypoints.
De redelijk claustrofobische omgevingen zijn nu behoorlijk open, verticaler en een stuk groter. Niet zozeer dat je echt moet gaan platformen. Echter is het wel zo dat er voor schatkisten iets meer gezocht moet worden. Vliegende vijanden vliegen (ha!) nu ook echt daadwerkelijk waardoor je ze uit de lucht moet slaan. Die openheid was ergens ook wel nodig. Combat is namelijk een stuk dynamischer met meer positionering in plaats van het semi-turnbased (je diende te wachten tot een balk was gevuld) uit het origineel. Je hebt nu een sterke en zwakke aanval die je aan elkaar kan knopen, de sterke aanval kan je opladen tot een nog sterkere aanval en met behulp van een snelmenuutje kan je dat afmaken met de nodige speciale aanvallen. Het is niet bijster spectaculair. Het heeft wel een soort mediterende werking waardoor het nooit gaat vervelen.
NET ZO AMBITIEUS
Het origineel was vrij ambitieus voor zijn tijd als we kijken naar de structuur van het verhaal. Voor de start krijg je de optie uit zes karakters. Eén “hoofd” karakter en twee zij karakters. Theoretisch draait het verhaal om het hoofd karakter dat je uitkiest. Verhaallijnen doorkruisen elkaar daarentegen. Het is daardoor niet persé nodig om het spel zes keer uit te spelen om het volledig te snappen, omdat er korte flashbacks worden gegeven zodra je één van de zij karakters tegenkomt. Het is echter wel mogelijk dat je één van die zijkarakters pas erg laat tegenkomt of, in het geval van de preview, zelfs helemaal niet. Aan deze structuur is niet gesleuteld. De replaywaarde is dus volledig intact gebleven. Vooral omdat alle personages net wat anders spelen.
De SNES-versie is absoluut geen lelijke en slecht klinkende game. ‘Trials of Mana’ doet er echter nog wel een schepje bovenop met grotendeels erg goede animaties en simpele doch scherpe graphics. Geen flitsende poespas, maar meer in de trant van ‘World of Final Fantasy.’ Leuk extraatje is overigens dat de originele 16bit soundtrack ook beschikbaar is in het optiemenu. Mocht je dus meer interesse hebben in een niet orkestrale variant dan kan je deze in al zijn glorie beluisteren.
Screenshots van ‘Trials of Mana’ laten je wellicht geloven dat het net zo een remake wordt als die van ‘Secret of Mana.’ Niets is minder waar. De kern en ambitie is hetzelfde gebleven. De game heeft wel een veel grotere upgrade gekregen dan zijn voorganger. De Mana serie is misschien een klein beetje in de vergetelheid geraakt door al het Final Fantasy geweld van deze generatie. Deze remake lijkt echter terug te slaan met een simpele doch charmante stijl.