- Dit onderwerp bevat 304 reacties, 21 deelnemers, en is laatst geüpdatet op 14 jaren, 11 maanden geleden door
.
- Berichten
[quote=”-=SN][PER=-“]Antwoord gegoogled, flauw dus
[/quote] Staan alle bekende raadsels niet op Google?
Het is inderdaad wel beetje flauw om zo aan het antwoord te komen
Strummer wrote:Staan alle bekende raadsels niet op Google?
Het is inderdaad wel beetje flauw om zo aan het antwoord te komen
Ik zeg niet dat hij gegoogled heeft
het goede antwoord is zoals brandts al zei nog niet genoemd. Laten we wel blijven readen en elkaar niet valselijk gaan beschuldigen van uitroepen die anders bedoeld zijn. Laten we het over de raadsels houden 
oke nu een heel erg moeilijke: Bart en Jan vormen samen een team. Bart is net zo oud als Jan zal zijn wanneer Bart twee keer zo oud is als Jan was toen Bart half zo oud was als de som van hun huidige leeftijden. Jan is net zo oud als Bart was toen Jan half zo oud was als hij over tien jaar zal zijn.
Hoe oud zijn Bart en Jan?
Ik geef jullie wel effe de berekening, nadat ik die gelezen had snapte ik het nog niet, maar jullie misschien wel 
UitlegNoem de huidige leeftijd van Bart B en die van Jan J.
De eerste aanwijzing is dat Bart net zo oud is als Jan zal zijn wanneer Bart twee keer zo oud is als Jan was toen Bart half zo oud was als de som van hun huidige leeftijden.
Toen Bart half zo oud was als de som van hun huidige leeftijden was Bart (B + J) / 2 jaar oud. Dit is nu B – (B + J) / 2 = B/2 – J/2 jaar geleden. Op dat moment was Jan J – (B/2 – J/2) = 3/2 J – B/2 jaar oud. Als Bart twee keer zo oud is dan Jan op dat moment is Bart (3/2 J – B/2) * 2 = 3 J – B jaar oud. Dat is over 3 J – 2 B jaar. Dan is Jan J + 3 J – 2 B = 4 J – 2 B jaar oud. En dat is precies de leeftijd van Bart dus B = 4 J – 2 B, oftewel 3 B = 4 J.
De tweede aanwijzing is dat Jan net zo oud is als Bart was toen Jan half zo oud was als hij over tien jaar zal zijn.
Toen Jan half zo oud was als hij over tien jaar zou zijn was hij (J+10)/2 jaar oud. Dat is nu J – (J+10) / 2 = J/2 – 5 jaar geleden. Op dat moment was Bart dus B – (J/2 – 5) jaar oud. En volgens de tweede aanwijzing was Jan nu net zo oud als Bart toen, dus J = B – (J/2 – 5). Hieruit volgt dat 3 J / 2 = B + 5.
Samenvattend hebben we nu twee vergelijkingen gevonden.
3 B = 4 J
B + 5 = 3 J / 2
Vermenigvuldigen van de onderste vergelijking met -3 geeft na het optellen van de bovenste vergelijking
-15 = (4 – 9/2) J
zombieater wrote:Hij si behoorlijk moeilijk :p
De hogere wiskunde :p
Het is gewoon mavo niveau alleen uitgebreider
Dit zijn gewoon 2 vergelijkingen met 2 onbekenden: http://www.wiskundebijles.nl/wiskunde/eerstegraadsfuncties/twee_vergelijkingen.htm -15 = (4 – 9/2) J
-15 = (4 – 4.5) J
-15 = -0.5 J
-15/-0.5 = J
30 = J
Jan is dus 30 jaar
Aangezien ook geldt:
3 B = 4 J
3 B = 4*30
B = 4*30/3
B = 40
Bart is dus 40 jaar oud
Is niet zo moeilijk
- Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.