De Court of Justice of the European Union (“CJEU”), het hoogste gerechtshof in de Europese Unie, heeft op 23 januari 2014 uitspraak gedaan in de Zaak C-355/12 (Nintendo versus PC Box). Tot Nintendo’s genoegen is de uitspraak van de CJEU algemeen consistent met de mening van advocaat-generaal Sharpston en Nintendo’s eigen rapportage naar aanleiding van de vragen die werden voorgelegd door het Milan Tribunal.
De manier waarop de CJEU het Copyright Directive interpreteert, lijkt in lijn met de internationale afspraken van de Europese Unie en haar lidstaten onder het WIPO-kopieerrechtbesluit. Het sluit ook aan op de uitspraken van nationale gerechtshoven in België, Frankrijk, Duitsland, Nederland, Spanje en het VK, waar dezelfde bepalingen van het Europees recht al consistent zijn overwogen en toegepast, resulterend in vele positieve beslissingen tegen verkopers van misleidingsapparaten.
Nintendo blijft in alle opzichten meewerken met het Milan Tribunal, waar de referentie naar de CJEU vandaan kwam, zodat dit instituut tot een weloverwogen beslissing kan komen in de civiele zaak tussen Nintendo en PC Box. Aangezien Nintendo alleen technische beschermingsmaatregelen gebruikt die zowel nodig als proportioneel zijn bij het voorkomen van grootschalige piraterij van Nintendo’s intellectuele eigendommen, en omdat de misleidingsapparaten die worden verhandeld door PC Box als belangrijkste doel hebben de piraterij van legitieme videogames mogelijk te maken, is Nintendo ervan overtuigd dat de toepassing van de richtlijnen van het CJEU met betrekking tot proportionaliteit het mogelijk maken voor het Milan Tribunal om te bepalen dat de verkoop van misleidingsapparaten onwettig is.
Intussen blijft Nintendo van mening dat de commerciële verkoop van misleidingsapparaten in strijd is met het kopieerrecht en andere wetten voor intellectueel eigendom. Nintendo zal doorgaan met het aanklagen van personen die bij de distributie van dergelijke apparaten betrokken zijn.