Zaterdagochtenden en middagen na school in de jaren negentig betekenden voor veel kinderen, inclusief mijzelf, één ding: Dragon Ball Z op televisie kijken. Het was een moment waarop je alles liet vallen om te zien hoe Goku en de rest van de Z-fighters het universum probeerden te beschermen. De epische gevechten en de toffe verhalen bleven dan ook bij velen hangen. Het is dan ook geen verrassing dat de serie al veel vechtgames heeft opgeleverd. Dragon Ball draait immers om gevechten, spectaculaire aanvallen en heel veel schreeuwen. Met Dragon Ball: Sparking! Zero keert de Budokai-achtige arena-formule terug in een modern jasje, en na een jaar wachten kunnen we eindelijk de game op de Nintendo Switch 2 uitproberen.

Voor de fans
Sparking! Zero leunt zwaar op fanservice. Aan de ene kant is dat een groot pluspunt. De game brengt een indrukwekkend aantal iconische momenten uit Dragon Ball Z (en latere arcs) terug. Het is prettig dat de verhaallijnen zijn gestroomlijnd en dat de game zich richt op de belangrijkste gebeurtenissen. Daardoor hoef je je niet door eindeloze zijpaden te worstelen om de gevechten en scènes die je direct herkent opnieuw te beleven. Zoals veel fans wel weten, heeft de serie hier en daar zeker ook wat filler. Het is in ieder geval een feest van herkenning: een groot aantal slechteriken, gevechten en een uitgebreide selectie personages die je door de geschiedenis van de serie loodsen.
Tegelijkertijd is deze fanservice een valkuil. Omdat de game in hoog tempo van gevecht naar gevecht springt, voelt alles wel erg als een grote samenvatting. Tussen de grote momenten wordt veel overgeslagen. Waar de anime lekker de tijd neemt om spanning op te bouwen met dialogen en emoties, heeft de game moeite om dit gevoel over te brengen. Voor wie vooral wil knokken is dat geen probleem, maar wie ook de sfeer en dramatiek van Dragon Ball wil herbeleven merkt dat de presentatie hier net tekortschiet.
Positief is wel dat vrijwel alle relevante personages aanwezig zijn. Daarnaast biedt de game meerdere verhaalpaden, waardoor je een aantal gebeurtenissen ook vanuit andere perspectieven kunt volgen. Je moet sommige paden eerst vrijspelen, maar er is in veel gevallen voldoende keuze om je eigen volgorde aan te houden. Met een selectie van deze omvang blijft de game lang fris en valt er flink te experimenteren met verschillende vechters.

Technisch solide
De port naar Nintendo Switch 2 heeft even op zich laten wachten, maar draait in de basis netjes. In handheldmodus ziet de game er het beste uit. Op het kleine scherm knalt de actie lekker van het display af. De korte gevechten kun je ook makkelijk tussendoor oppakken en de besturing werkt als een trein.
Grafisch heeft de game wel moeite om consistent een topervaring neer te zetten. Voorgerenderde filmpjes missen duidelijk scherpte en kwaliteit, terwijl scènes die in de game-engine zijn gemaakt doorgaans beter scoren. Toch hangt de kwaliteit sterk af van de omgeving. De ene arena is rijk gedetailleerd en visueel indrukwekkend, bijna alsof je in een aflevering rondvliegt; de andere oogt kaal en wazig, alsof er minder aandacht in is gestoken. Die wisselvalligheid haalt je af en toe uit de ervaring, vooral omdat Sparking! Zero zo nadrukkelijk eruit wil zien als de serie.

Casual met diepgang
Het vechtsysteem is makkelijk op te pakken. Je kunt met wat snelle knoppencombinaties spectaculaire combo’s op het scherm toveren. Zeker in het begin vliegt de game snel voorbij, omdat de uitdaging laag ligt. Dat maakt het instapniveau comfortabel voor casual spelers en voor spelers die graag het verhaal willen volgen. De keerzijde is dat het systeem niet bijzonder diep aanvoelt. Je hebt een set aan duidelijke opties, aanvallen, counters, supers, ki-management, maar na verloop van tijd merk je dat wat variatie in tactiek ontbreekt. De meest agressieve speler wint meestal. Wie echt weet wat hij doet, kan indrukwekkende moves uitvoeren, mede doordat een groot deel van het spel draait op timing.
Die toegankelijkheid botst soms met de balans. Sommige vechters steken er duidelijk bovenuit, wat deels past bij het Dragon Ball-universum, maar gameplaymatig frustrerend kan zijn. In de offline modus merk je dat minder, maar online wordt het verschil snel voelbaar.
Sparking! Zero probeert ook competitief te zijn. Er is online play, ranked, en een opzet die suggereert dat dit een serieuze arena fighter wil zijn. Alleen voelt dat concept minder op zijn plek. De balans is soms ver te zoeken en de actie iets te onvoorspelbaar. In veel matches is het bovendien lastig om goed te lezen wat er gebeurt, simpelweg omdat er zoveel effecten, teleports en supers tegelijk over het scherm vliegen. Dat levert in casual setting soms juist een heerlijk Dragon Ball-gevoel op, maar competitief gezien werkt het minder. Het is alsof de game twee richtingen op wil: een casual vechtspel en een e-sport-achtige arena fighter, en dat bijt elkaar.

Iets nieuws?
De verhalen en gevechten zijn netjes gestructureerd, maar vertellen niets wat je niet al kent. Dat is niet per se een probleem. Dragon Ball-games doen dit al jaren. Daarom zijn de what-if-scenario’s zo belangrijk. Helaas zijn die vaak niet bijzonder interessant. Ze veranderen details, maar durven zelden echt creatief uit te pakken. De game verrast dus nauwelijks en de presentatie is niet krachtig genoeg om die scenario’s alsnog meeslepend te maken. Waar Sparking! Zero wel overtuigt is in de voice-acting. Met zowel Japanse als Engelse stemmen beschikbaar zit de sfeer goed. Het is één van de onderdelen die wel de nostalgische snaar raakt.
Wat de game uiteindelijk minder gepolijst laat aanvoelen, zijn de win-overgangen. Na een gewonnen gevecht verwacht je een cool, dynamisch moment: een pose, korte cutscene of een stijlvol einde. In plaats daarvan sta je geregeld gewoon stil op de grond of zweef je in een statische animatie. Het is een klein detail, maar in een game die zo draait om spektakel zijn dit juist de momenten die de ervaring volledig moeten afronden.

Een Dragon Ball-tijdcapsule
Dragon Ball: Sparking! Zero op Nintendo Switch 2 is een solide port van een game die vooral voor fans bedoeld is. Dat lukt deels. De selectie vechters is enorm, de gevechten zijn spectaculair en in handheldmodus speelt het lekker weg. Tegelijkertijd voelt de game ook gehaast in zijn storymode, wisselvallig in zijn grafische presentatie en weet het niet of het nu casual of competitief moet zijn. De what-if’s missen creativiteit en enkele onafgewerkte details halen de glans van het geheel. Het resultaat is een titel die je met plezier speelt als Dragon Ball-liefhebber, maar het weet de nostalgische magie van vroeger niet volledig te vangen.





